WK Finale 1978: Als er nou iemand meegelopen was…

WK Finale 1978: Als er nou iemand meegelopen was…

‘Dick Nanninga, bloemist, caféhouder en spits van het Nederlands elftal, wordt wereldberoemd door één verwoestende kopstoot in de zinderende finale van het wk van 1978 tegen gastland Argentinië’, zegt de achterkant van ‘De Lange’, de biografie die Jeroen Siebelink schreef na het overlijden van deze speler. Inmiddels is ook die Andere Grote uit diezelfde wedstrijd ons ontvallen: Rob Rensenbrink. Maar wat als er nou iemand meegelopen was…

WK Finale 1978: Als er nou iemand meegelopen was…
WK Finale 1978: Als er nou iemand meegelopen was…

Een jaar eerder plaatste deze website mijn artikel over die beroemde bal tegen de paal. Het boek van Siebelink belicht dat ene moment vanuit het perspectief van die andere speler. Na het zinnetje ‘Luque heeft een snor van gal en een baard van bloed’, dat aangeeft dat de overdrijving niet wordt geschuwd, wordt de situatie als volgt beschreven.

‘Tot slot nog een lage bal van Krol. De bal schiet door op Rensenbrink op links. Dick staat al klaar voor het doel, maar tussen hem en Robbie staan ook twee Argentijnen. Het is al een wonder dat Rob de bal weet binnen te houden. Robbie schiet de bal onder de keeper door en raakt de paal. Meteen fluit Gonella af. Dick kijkt op naar de cijfers op de stadionklok. 45:15. Slechts vijftien seconden blessuretijd, meer durft de scheidsrechter kennelijk niet aan. Anders gaat Nederland nog echt scoren ook.’

De stadionklok was gedeeltelijk digitaal, maar toonde geen seconden, blijkt uit foto’s in boeken over dat toernooi. Siebelink vulde het aan met wat fantasie. Dat de scheidsrechter meteen na dat moment affloot, is domweg niet waar. Voor mijn boek Wegen Na Rome legde ik naast elk detail de feiten van de televisiebeelden. Er werd ruim een minuut bijgeteld, of zoals Theo Reitsma zei: ‘na zesenveertig minuten en tien seconden’. Hij vergat te corrigeren voor de drie tellen die er tussen fluiten en zeggen zat.

Bijzonder in Siebelinks boek is een beschrijving die onmogelijk kan kloppen: ‘Robbie ligt nog altijd op de grond, bij te komen van zijn grote kans. Zijn ene arm ligt ongemakkelijk onder zijn lijf, zijn hoofd is verborgen in de kom van zijn andere arm. Een vrijgekomen witte veter, die een oranje kous zou moeten ophouden, is nog brandschoon. Verder is alles aan Robbie zwart en smerig. Dick buigt zich over hem heen. Een troostende hand op zijn rug. Rob, even wat drinken. We moeten door.’

Tijdens het lezen van Siebelinks mooie relaas verbaasde ik me over deze zinnen. Die tv-beelden had ik talloze malen uitgeplozen. Dit kon onmogelijk kloppen. Op een gegeven moment ontdekte ik een foto waar Johan Neeskens op de grond ligt terwijl hij een troostende hand op zijn rug krijgt van Nanninga. (Redactie; zie de foto bij deze post) Zijn gezicht is niet zichtbaar, die witte veter wel, evenals een bandage om zijn enkels, die Rensenbrink heus niet had. De hele alinea hierboven – hoe fraai ook geschreven – is gebaseerd op één stilstaand beeld van iemand anders op een ander moment.

‘Tot slot nog een lage bal van Krol’, begon Siebelink. Dat ‘lage’ zal een tikfout zijn: het was een lange bal; maar waar was De Lange? ‘Dick staat al klaar voor het doel, maar tussen hem en Robbie staan ook twee Argentijnen.’ Vanuit Nederlands perspectief zijn alle hoofdrolspelers nu genoemd. Ruud Krol met de fraaie vrije trap. Rensenbrink die nét niet zou scoren. Waar waren Neeskens en Nanninga toen we ze zo nodig hadden?

In een interview in 2015 zei de linksbuiten: ‘Die bal kon er niet in. Ik was uitgeweken naar de zijkant. Kon ’m nog net onder de doelman door tikken. Ik had mezelf iets kunnen verwijten als het een open kans was geweest. Was het niet, maar de bal maar stuiterde wel vol terug. Als er nou iemand meegelopen was…’

‘Als er nou iemand meegelopen was…’ Naast het nakaarten over hoe het gegaan is, is het minstens zo aardig om eens te kijken wat er had kunnen gebeuren. Het sterke is namelijk: er wás iemand meegelopen. Er waren twee spelers van wie je dat had mogen verwachten. Eentje, Johan Neeskens, deed het ook. De andere, Dick Nanninga, liet het na.

De passage hierover in mijn eigen boek herlas ik na het overlijden van Robbie met een diepe zucht.

De bijdragen van die twee Nederlanders die centraal voorin staan als Krol de vrije trap neemt, verdienen extra aandacht. Vooral dat aan de grond genagelde dat Van der Kaaij noemde. Daar slaat hij namelijk de spijker op zijn kop. Als er iemand is die iets te verwijten valt, dan is het Dick Nanninga. Op het moment dat de voorzet zijn daling inzet, is hij het die zich samen met de Argentijnse nummers 6 en 7 in het cirkelboogje net buiten het strafschopgebied ophoudt.

Vijf Argentijnse veldspelers zijn in de scène betrokken, vier Nederlandse. Aan de rechterkant is René van de Kerkhof gestopt met lopen. Links is Rob Rensenbrink in volle vaart. Neeskens spurt naar de tweede paal. Wat zou er gebeurd zijn als Nanninga naar de eerste paal gerend was, iets sneller dan het sukkeldrafje van Gallego rechts naast hem? Het antwoord op die vraag is simpel: hij zou de bal recht in zijn voeten gekregen hebben. Voor een volledig open doel – doelman Fillol lag al tegen de grasmat – zou de Groningse spits in Limburgse dienst zijn tweede treffer in deze enerverende WK-finale hebben gescoord.

Die rugnummers 6 en 7 – opgeteld toevallig 13, het nummer van Neeskens, eentje meer dan de 12 van Rensenbrink – behoorden toe aan Américo Gallego en Luis Galván. Het is Gallego die de bal vol op z’n schoen neemt en naar de zijlijn rost. De stilstaande beelden doen pijn aan je ogen. Kijk naar de seconden op de klok: op 12 staat iedereen nog op één lijn. Op 13 is Nanninga afgehaakt. Bij 14 het gebaal met die paal. Op 15 is het gevaar alweer geweken.

Als er nou iemand meegelopen was… Nanninga zette zichzelf in zekere zin buitenspel. Niet door te snel te starten, maar door niet mee te lopen. Verwachtte hij dan geen voorzet? Hij wist toch dat een spits altijd moet inlopen als een ploeggenoot gaat schieten? Als het anders gelopen was, zou Dick onsterfelijk geworden zijn. En hadden we ons Rensenbrink nu anders herinnerd.

Met dank aan Gerard Tuk
Het hele hoofdstuk is gratis te downloaden via de website bij het boek.
http://www.wegennarome.nl/downloads/wegennarome.pdf

(Foto: ANP – Foundation)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *