Wilhelmus ‘Wim’ Lourens Johannes Suurbier (16 januari 1945 – 12 juli 2020) was een spijkerharde verdediger die bekend is uit de gloriejaren van Ajax en het Nederlands elftal.
De opkomende rechtervleugelverdediger debuteerde in 1964 in het eerste van Ajax. Met Rinus Michels aan het roer maakte hij met Ajax de glorietijd (1965/1966-1972/1973, de tijd van Johan Cruijff) mee: de verloren Europacupfinale in 1969, de gewonnen finales van 1971, 1972 en 1973 en zes landskampioenschappen. Nadien werd hij nog een zevende keer kampioen met Ajax (1977). Later speelde Suurbier nog voor Schalke 04, FC Metz, de Los Angeles Aztecs en Sparta.
Suurbier was goed voor veel grappen in de kleedkamer. Samen met Ruud Krol vormde hij het komische duo Snabbel en Babbel. Enkele uitspraken van Willy van de Kerkhof over Suurbier: “Maar de meest markante speler die ik ooit heb meegemaakt was toch wel Wim Suurbier. Die deed echt alles wat God verboden had.”
“Zo heeft hij, op het WK van ’74, de kok van Hiltrup totaal overspannen gemaakt. Op het WK van ’78 in Argentinië zaten we eens in de bus. Suurbier moest plassen. Heeft hij uit het raam van de rijdende bus staan plassen, helemaal geen punt voor die gekke Suurbier. Ook kon hij ’s nachts de beest uithangen tot 3 uur of half 4, maar als z’n cluppie moest spelen op zondag om half 3, dan stond hij er altijd. Wat ’n prachtgozer, die Suurbier!”
Met het Nederlands elftal stond hij in de WK-finales van 1974 en (als invaller) 1978, op beide toernooien met nummer 20. Wim Suurbier speelde in totaal 60 interlands.
Op 20 juli 2020 overleed Wim Suurbier na een hersenbloeding die hij twee maanden eerder had opgelopen.
(Foto: Wikipedia)
René van der Gijp had nog een mooie anekdote over Wim Suurbier in het programma VI Oranje: