Willy de Hond (25 februari 1940 – 1983), doelman die reserve was bij PSV en jaren vaste waarde was voor NEC . Was ten onrechte bekend als ‘de keeper met het glazen oog’.
De Hond was reservedoelman bij zijn eerste club PSV en speelde in die hoedanigheid enkele wedstrijden in de Eredivisie. Op zijn 21ste werd hij overgenomen door N.E.C. als opvolger van Theo Jansen. De Hond was klein en dus kwetsbaar bij hoge ballen. Daardoor vielen veel tegendoelpunten uit hoekschoppen of na hoge voorzetten. De Hond was daarentegen een echte lijnkeeper, befaamd om zijn atletisch vermogen, katachtige sprongen en fenomenale reflexen. Zo wist hij opvallend veel strafschoppen te stoppen.
In de herinnering van velen leeft Willy de Hond voort als ‘die keeper met dat glazen oog’. Ten onrechte overigens. De Eindhovenaar De Hond was niet halfblind en had ook gewoon twee ogen. Wel is het zo dat op bepaalde momenten – soms tijdens een wedstrijd inderdaad – één oog minder functioneerde. Dit was een nawee van een trap tegen het hoofd die Willy tijdens het voetbal bij de jeugd opliep.
In februari 1962 viel hij uit de basis bij N.E.C, maar in de drie daaropvolgende seizoenen was hij weer de vaste keeper. In 1965 kregen Dick Wennink en reservedoelman Jo Sip de voorkeur, maar tegen het eind van de competitie stelde trainer Jan Remmers De Hond toch weer op. Hierna weigerde hij een nieuw contract te tekenen en eiste hij een hoger salaris.
Nadat N.E.C. niet op zijn eisen inging, besloot De Hond eersteklasser SV Panningen te gaan spelen. De KNVB vermoedde dat hij hiervoor betaald kreeg door de amateurclub en legde hem een speelverbod op voor het amateurvoetbal, maar in het seizoen 1967-1968 verdween de verdenking en kon De Hond er nog zeven seizoenen spelen. Inmiddels was hij met zijn gezin verhuisd naar Panningen en Willy voetbalde er nog zeven seizoenen. Hij overleed er op 8 november 1983.
(Foto: onbekend)