Tom van Mol (12 oktober 1972) was een Belgische linkspoot die in Nederland speelde bij PSV, Sparta en FC Utrecht.
Van Mol groeide op in Oost-Vlaanderen en werd in zijn jeugd gescout door RSC Anderlecht. In 1991 haalde PSV de jeugdinternational op uit het Brusselse jeugdinternaat en zag in hem een groot talent. De Eindhovense club probeerde in die tijd te investeren in jonge voetballers en eigen jeugd, iets wat maar moeizaam lukte. Er speelden veel grote en gearriveerde spelers als Popescu, Romario, Kieft, Heintze en Erwin Koeman bij de club. Daarachter huppelden wat talenten als Twan Scheepers, Mitchell van der Gaag, Dick Schreuder en Geoffrey Prommayon.
Van Mol kwam in zijn eerste periode dan ook niet veel aan spelen toe en werd in 1992 uitgeleend aan het Sparta van trainer Rob Jacobs. Op het Kasteel speelde de Belg een uitstekend seizoen. PSV-trainer Hans Westerhof zag het wel zitten in de dynamische middenvelder, die ook goed als verdediger uit de voeten kon, en haalde Van Mol terug naar Eindhoven. Onder Aad de Mos, opvolger van de inmiddels ontslagen Hans Westerhof, zweefde Tom van Mol vervolgens tussen bank en basis.
In 1995 koos de Belg eieren voor zijn geld, hij vertrok naar zijn vaderland om voor Lommel te spelen. Daar speelde hij tot 1997, om vervolgens weer terug te keren in Nederland. FC Utrecht trok hem aan als linksback.
In de Domstad zou hij mooie jaren beleven. In die periode was De Galgenwaard een bijna onneembare vesting, met publiekstrekkers als Dirk Kuijt, Patrick Zwaanswijk, Igor Gluscevic, Didier Martel, Stefaan Tanghe en Stijn Vreven. Met de ploeg bereikte hij driemaal de bekerfinale, waarvan er twee gewonnen werden. Van Mol was in deze ploeg, ondanks het nodige blessureleed, een nuttige, betrouwbare en stabiele verdediger.
In 2004 keerde de linksback weer terug naar België. Hij speelde tot 2008 bij Cercle Brugge. Daarna bouwde hij op een lager niveau af bij derdeklasser Sint Niklaas.
Foto – ANP Foundation