Stefan Pettersson (22 maart 1963) was een sympathieke Zweedse spits die in de jaren ’90 bij Ajax speelde en in de Meer uitgroeide tot een grote publiekslieveling.
Pettersson maakte in 1988 de overstap van IFK Göteborg naar Amsterdam. Op 21 augustus 1988 maakte hij zijn debuut voor de Amsterdamse club tegen Fortuna Sittard. Hij scoorde niet in zijn eerste wedstrijd, maar werd uiteindelijk wel clubtopscorer van het seizoen met 16 treffers. De Zweed werd nooit echt de veel scorende aanvaller die ze bij Ajax gewend waren, hij maakte vooral naam als kaatsende spits die anderen liet scoren en beter liet spelen, waaronder Dennis Bergkamp.
Stefan Pettersson was in 1988 amper een paar maanden in Amsterdam of de donkerste dagen van Ajax braken aan: een ontslagen trainer, een door bedreiging opgestapt bestuur en een belastingschandaal. Dat was niet wat hij had bedoeld. Maar uiteindelijk met twee kampioenschalen, een KNVB Beker en een Johan Cruyff-schaal vertrok Stefan Pettersson in 1994 bij Ajax, om weer terug te keren naar zijn oude liefde IFK Göteburg. Daar pakte hij nog eens drie kampioenschappen mee. In 1999 hing de blonde Zweed afscheid van het betaalde voetbal.
Tijdens zijn hele carrière heeft Pettersson veel blessureleed gekend. Vooral door een chronische knieblessure kwam in 1999 het bericht dat hij gedwongen was zijn sportieve loopbaan te beëindigen. De sportieve en beschaafde Zweed is een van de populairste spelers die Ajax ooit gekend heeft. Tijdens zijn afscheid werd hij door Michael van Praag zelfs benoemd tot ‘Mister Ajax’.
Stefan Pettersson speelde 31 interlands en scoorde daarin vier keer. Hij kreeg een baan als spelersbegeleider in zijn vaderland. Ook verscheen er een biografie over de aanvaller, genaamd “Pettersson”.
(Foto: ANP – Foundation)