Servaas (Faas) Wilkes (13 oktober 1923 – 15 augustus 2006) was een voetballende gentleman die wordt gezien als één van de beste en sierlijkste Nederlandse voetballers aller tijden.
Faas Wilkes (1923 – 2006) stond bekend vanwege zijn enorme talent om te scoren: decennialang was hij topscorer van Oranje. Hij speelde slechts tien interlands samen met Abe Lenstra en Kees Rijvers, maar toch staan deze drie spelers nu nog bekend als het Gouden Binnentrio. Ook stond Wilkes aan de basis van het Nederlandse profvoetbal, alhoewel twee landgenoten hem voor gingen: Bep Bakhuys en Gerrit Vreken. Maar boven alles was hij een speler met stijl, die alles wilde winnen. Oók op de Olympische Spelen, waaraan hij in 1948 meedeed.
Eigenlijk moest Faas Wilkes meubelmaker worden. Hij wilde namelijk samen met zijn broer het transportbedrijf van zijn vader en oom, verhuizerij Fa. Wilkes & Zoonen (later genaamd A. Wilkes en Zoonen) overnemen. De verhuizerij was echter toch niet zijn roeping. Een vetpot was het ook niet.. Een verhuizing leverde (voor de oorlog) gemiddeld zes gulden op. Via zijn jeugdelftal HION kwam al snel terecht in de voetbalwereld en wel bij zijn Xerxes. Op 14 april 1941 debuteerde hij bij Xerxes op 17 jarige leeftijd.
Faas Wilkes, opgegroeid in Nederlandse voetbalwereld zonder profs, besloot voor zichzelf al snel dat hij voor geld wilde spelen. De Xerxes-speler en zijn broer Leen (doelman bij XerXes) verhuisden naar Maastricht voor twee Bedfords vrachtwagens -zijn familie had een transportonderneming- als beloning om voor MVV in Maastricht uit te komen. Dat was natuurlijk een doodzonde voor het amateurisme in die dagen en hij kreeg een speelverbod opgelegd van een jaar voor MVV. Daar hadden MVV en de broers Wilkes geen zin in. Faas heeft de vrachtwagens betaald en hij ging weer spelen voor Xerxes in Rotterdam.
Op 10 mei 1947 kreeg hij een selectie voor het Europees elftal, dat in Glasgow tegen een groot-Brits team speelde. Een succes werd het niet;: het werd 6-1 voor de Britten. In dat internationaal gezelschap hoorde hij wat de voetballers in landen als Italië, Frankrijk en Engeland verdienden. Zo reisde hij in 1948 naar Engeland om te kijken of hij daar zijn ‘voetbalgeld’ kon verdienen. In het amateuristische voetballandje Nederland raakten iedereen oververhit door deze stap van Faas Wilkes, zeker toen bleek dat Faas een contract had getekend voor Charlton Athletic. Het Londense avontuur ging uiteindelijk toch niet door.
Wilkes werd uiteindelijk vooral beroemd in Spanje en Italië. Na Bep Bakhuys en Gerrit Vreken was hij namelijk de derde Nederlandse voetballer die in het buitenland prof werd. Hij ging spelen bij Inter Milaan. Hij kreeg, exclusief maandsalaris en premies, een bedrag van 60.000 gulden per jaar. Omdat in die jaren amateurvoetbal de norm was voor het Nederlandse voetbal, werd hij zes jaar voor Oranje gepasseerd en speelde daardoor slechts 38 interlands.
Zijn speelstijl en uiterlijk -lang en donker- spraken de mensen aan in Italië en Wilkes groeide bij Inter uit tot een razend populaire speler. Hij beleefde door de straffe mandekking ware veldslagen in Italië. Drie jaar speelde Wilkes bij Inter en daarna werd hij halverwege 1952 verkocht aan Torino.
Torino deed hem na hem na een teleurstellend jaar (i.v.m. een knie-operatie) al weer van de hand en Wilkes vertrok naar het Spaanse Valencia. De Spanjaarden waren gek op hem en soms zwaaide het hele stadion naar hem met witte zakdoeken. Men droeg Faas Wilkes in Valencia ooit op de schouders door de stad als eerbetoon voor weer een fraai optreden.
Mede door gezondheidsproblemen keerde Faas Wilkes in 1956 terug naar Nederland en ging bij VVV Venlo spelen. Hij koos voor VVV omdat deze club bereid was om een bedrag van 50.000 gulden op jaarbasis als salaris wilde uitkeren. De terugkeer naar het nog weinig professionele voetbalklimaat in Nederland beviel Faas niet en na twee seizoenen in Venlo kocht hij zichzelf vrij (voor 25.000 gulden) en ging als speler/trainer naar het Spaanse Levante in Valencia.
De verbintenis met Levante duurde precies één seizoen omdat Levante op een haar na niet promoveerde naar de hoogste afdeling. Dit was een eis van de Spaanse voetbalbond omdat buitenlanders niet in de tweede divisie mochten uitkomen. Faas kreeg vanwege zijn verdiensten dispensatie op voorwaarde dat de club zou promoveren. De promotie werd op een haar na gemist. Teruggekeerd uit Valencia speelde Faas nog drie seizoenen voor Fortuna ’54. Faas Wilkes was al 38 jaar toen hij Fortuna verliet voor zijn eerste liefde Xerxes. Daar heeft hij tot zijn 40ste jaar zijn loopbaan afgebouwd.
Op 26 mei 1964 nam hij in de uitwedstrijd afscheid van Xerxes, dat juist was teruggekeerd in de tweede divisie van het betaald voetbal
Ondanks een groot aantal gemiste interland was Wilkes jarenlang topscorer van het Nederlands Elftal met 35 goals. Totdat Dennis Bergkamp hem in 1998 overtrof. Daarnaast werd Wilkes nooit kampioen. Toch was Faas Wilkes een technisch zeer begaafde speler, die het liefst de bal bij zich hield. Dat leidde ooit tot de verzuchting van Abe Lenstra dat voetbal toch echt met elf tegen elf werd gespeeld, waar Wilkes op antwoordde: “Abe, als ik er vier voorbij ben, is het nog maar zeven tegen elf.”
Faas Wilkes had samen met zijn vrouw een kledingmagazijn tegenover het Rotterdamse stadhuis. In zijn woonplaats wordt nog steeds sinds 2000 de Faas Wilkes Sportprijs gegeven aan een Rotterdamse sporters met een uitzonderlijke prestatie. De stad Rotterdam heeft hem in 1983 de Wolfert van Borselenpenning toegekend. Faas Wilkes (1923 – 2006) overleed op 82-jarige leeftijd in zijn woonplaats Rotterdam aan de gevolgen van een hartstilstand.
(Foto: ANP – Foundation)
3 reacties
Lees ook het gedicht over
Faas Wilkes op internet van
Dichter Danny van Strien
Xerxes bracht drie Nederlandse top voetballers
Voort Faas Wilkes Wim van Hanegem en Coen Moulijn
Danny van Strien Sportgedichten
Faas Wilkes en Xerxes
Vriendelijke groeten Danny van Strien Dichter
http://www.dannyvanstrien.jimdo.com
YouTube Danny van Strien Xerxes DZB Rotterdam
Sportpark Faas Wilkes Xerxes DZB Rotterdam