Predrag Djordjevic (4 augustus 1972) was een Joegoslavische middenvelder van Olympiakos Piraeus. De linkspoot groeide uit tot de leider en dragende kracht tijdens de Gouden Periode van de club. In een tijdsbestek van dertien jaar vierde het twaalf titels. Ook Europa ging het crescendo; niet in de minste plaats door de inbreng van Djordjevic. Met 158 doelpunten is hij ook nog eens de meest scorende buitenlander ooit bij de club.
De buitenspeler begon met voetballen bij Radnički Kragujevac. Rode Ster Belgrado zag al snel het talent en haalde Djordjevic in de zomer van 1991 binnen. Maar omdat Rode Ster destijds een Europese topclub was, kreeg de tiener nauwelijks kansen in het eerste. De ploeg had net de Europa Cup I gewonnen ten koste van Olympique Marseille en bulkte van het talent: Siniša Mihajlović, Vladimir Jugović, Dejan Savićević en Darko Pančev is slechts een kleine greep aan sterren die nog speelden in Belgrado.
Om Djordjevic toch speeltijd te geven, besloot de club hem te verhuren aan Spartak Subotica. Hier speelde hij een volledig seizoen en precies een jaar later keerde Djordjevic terug bij Rode Ster. Hoewel alle sterren inmiddels waren vertrokken, kon Djordjevic andermaal niet doorbreken in de hoofdstad. Na een frustrerend halfjaar, waarin Dejan Stefanović één van zijn ploeggenoten was, besloot hij het land in januari 1993 te verlaten. Om vervolgens een contract te tekenen bij het Griekse Paniliakos.
Bij de bescheiden Griekse club uit de derde divisie hervond Djole het voetbalplezier weer en speelde hij drieënhalf jaar lang (bijna) iedere wedstrijd. Hij ontwikkelde zich goed en bracht, samen met spelmaker Stelios Giannakopoulos, de club in zijn eerste volledige seizoen naar de tweede divisie. Gevolgd door direct weer een promotie; nu naar de Griekse Eredivisie. Daarin speelde Djordjevic nog één seizoen met Paniliakos, om daarna de stap te wagen naar topclub Olympiakos Piraeus.
In zijn schaduw ging in de zomer van 1996 Giannakopoulos ook mee en het duo aantrekken bleek letterlijk en figuurlijk een gouden zet te zijn van het bestuur van Olympiakos. Het midfield-duo had echter meerdere opties, want ook AEK Athene en Panathinaikos zaten achter hen aan. De keuze voor Olympiakos was echter gemaakt omdat de legendarische trainer Dusan Bajevic óók die zomer voor de rood-witten koos. Saillant detail: Bajevic kwam over van AEK.
Olympiakos was in die jaren een gevallen grootheid. Al tien jaar was er geen titel gewonnen en daar moest Bajevic dus verandering in brengen. Met Giannakopoulos en Djordjevic had de Bosniër geen betere aankopen kunnen doen. Het tweetal draaide iedere verdediging dol. Met name de inzet, het uithoudingsvermogen, de traptechniek en tweebenigheid van Djordjevic waren grote wapens.
De titel verscheen dat eerste seizoen direct in de prijzenkast en dat was de eerste van de zeven titels op rij die werden gewonnen. Nadat in het seizoen 2006/07 de titel voor één seizoen aan Panathinaikos werd afgestaan, pakte Djordjevic tot 2009 weer iedere titel. In de zomer van 2009 besloot de toen bijna 37-jarige aanvoerder dat het mooi was geweest en hing hij zijn kicksen aan de wilgen.
Maar naast alle titels en bekers die gewonnen werden, zorgde Olympiakos in de zogenoemde Gouden Jaren ook Europees voor fraaie prestaties. Met aanvoerder en boegbeeld Djordjevic steevast aan de linkerkant, bereikte men onder meer de kwartfinales van de Champions League in 1999. Ook speelden er in het tijdperk-Djordjevic een hoop vedettes in het Georgios Karaiskakis stadion: Christian Karembeu, Rivaldo, Darko Kovacevic, Yaya Touré en Luciano Galletti zijn een kleine greep hieruit.
Na zijn carrière zagen we Predrag Djordjevic (1972) terug als spelersmakelaar.
(Foto: Wikipedia)