Petrus Hubertus (Pierre) Massy (1900 – 1958)

Petrus Hubertus (Pierre) Massy (3 februari 1900 – 3 augustus 1958) was een belangrijke spil in het Nederlands elftal, begin vorige eeuw. Limburgs grootste voetballer ooit?

Massy, de speler van Roermond kwam in de periode van 1926 tot en met 1928 twaalf maal uit voor het Nederlands elftal. Hij scoorde in de twaalf duels driemaal voor Oranje. Zijn laatste wedstrijd speelde hij op 30 mei 1928, tijdens het Olympisch voetbaltoernooi te Amsterdam,  tegen Uruguay (2-0 verlies). Zoals altijd daarbij stond hij op de midhalf positie. Hij deed vooral van zich spreken nadat hij na een passeer actie een lange neus had getoond.’.

Massy , bijnaam ‘Jèrke’, kwam uit een gezin met maar liefst vijftien kinderen en werkte als mijnwerker, sigarettenverkoper, spoorlegger, monteur en elektricien. Hij voetbalde ruim 20 jaar op het hoogste niveau in het Nederlandse amateurvoetbal. Zijn eerste club was Roermondia uit het Limburgse Roermond.

In november 1933 verkaste hij plotseling naar BSV Olympia in Boxmeer om vervolgens in april 1935 bij RFC terug te keren nadat deze club was gepromoveerd naar de eerste klasse. In 1936 speelde RFC in ‘s-Hertogenbosch de finale om de KNVB beker. Het veroverde, met dank aan Massy, de beker door een 4-2 zege op KFC uit Koog aan de Zaan.

Pierre Massy  was de eerste Nederlandse amateurvoetballer die een uitnodiging kreeg om als prof in Engeland te gaan voetballen. Een voorstel waarop hij nooit is ingegaan. “Go home” zou Pierre hebben gezegd. Ook vanuit Italië bestond belangstelling voor de dartele spil. AC Milan behoorde tot de gegadigden en bood hem zelfs een restaurant aan. Maar Massy wimpelde alle buitenlandse aanbiedingen af. Waarom? “Ik ga geen geld verdienen over de ruggen van anderen,” zei hij. De Limburgse voetballer heeft er veel toe bijgedragen dat de waardering voor de sport in het algemeen, en voor de voetbalsport in het bijzonder, groter werd.

Een harde werker, die de strijd aanging met opgestroopte mouwen, dat is een duidelijke karakterschets van de voetballer Massy. Hij beschikte over een onverzettelijke blik, geweldige sprongkracht, atletisch vermogen en acrobatiek, iets dat in die tijd ongewoon was. Massy kreeg in zijn geboortestad zelfs een ongekende heldenstatus. Massy-broeken, Massy-jassen en -dassen vlogen over de toonbank.

Uitgerekend op de Dag van de Arbeid werd de mijnwerker een volksheld. Op 1 mei 1927 speelde Pierre ‘Jèrke’ Massy, werknemer van de staatsmijn ‘Emma’ in Hoensbroek, zijn vierde interland. Die middag speelde Oranje tegen België. Het was een beladen duel. Meer dan 30.000 bezoekers vulden het Amsterdamse stadion.

Het scoreverloop droeg aanzienlijk bij tot de spanning. Oranje kwam in de eerste helft aan de leiding door twee doelpunten van Wim Tap (ADO), maar kort na de rust trokken ‘de Rode Duivels’ de stand recht (2-2). België stelde zich tevreden met de remise, posteerde zich massaal voor het doel van keeper Caudron en liet Nederland vergeefs tegen de rode muur beuken.

Tót Massy zeven minuten voor het laatste fluitsignaal de verlossing bracht. Jaap Weber (Sparta) zette de bal uit een hoekschop voor in het Belgische strafschopgebied. De bal leek te hoog, en onbereikbaar. Maar uit het niets kwam daar plots Massy aanvliegen. De kleine spil sprong boven alles uit, zette zijn hoofd tegen de bal en scoorde de winnende treffer: 3-2.

Het doelpunt van de Roermondenaar moet van een uitzonderlijke schoonheid zijn geweest. In de wedstrijdverslagen wordt hij bejubeld, en in de Sportkroniek verschijnt zelfs een gedicht over Massy. Pierre zou “een acrobatischen hoogtesprong” hebben gemaakt, de goal werd omschreven als een “unicum in het voetbal.”

In september 1935 ontving Massy van Bob Glendenning, de Engelse bondscoach van Oranje, een uitnodiging voor de centrale training. Massy, toen werkzaam bij een meelfabriek, schreef een bedankbriefje waarin hij liet weten dat hij van zijn baas geen verlof kreeg om naar Amsterdam te gaan.

In werkelijkheid had de nukkige Massy echter weinig zin in de reizen naar “het verre Holland” en het buitenland en ook aan de plichtplegingen rond het Nederlands elftal had hij een hekel. Door zijn afzegging werd het Oranjeboek door hem definitief gesloten.

Pierre speelde ook korte tijd voor Heracles in Almelo, stond in de belangstelling van NAC uit Breda, maar gaf in 1933 uiteindelijk de voorkeur aan Olympia’18 uit Boxmeer. In 1935 keert hij terug naar RFC, dat inmiddels was gedegradeerd naar de tweede klasse. Met Massy als aanvoerder werd de Roermondse club nog datzelfde jaar kampioen, promoveerde weer naar de eerste klasse, en wint in 1936 zelfs de NVB-beker. Het is het grootste succes in de historie van RFC.

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog stopte Pierre Masst, veertig jaar oud, met voetballen. In 1958 overleed de held uit Roermond. Na zijn door werd er een straat naar Massy vernoemd en verrees er een heus standbeeld. Zie ook de foto en het filmpje..

(Foto: Wikipedia)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *