Jaren lagen ze als een soort relikwie op het boekenplankje boven mijn bed in mijn tienerkamer. Het foam van de Reusch keeperhandschoenen brokkelden telkens een beetje meer af als ik ze vasthield. De uitgedroogde binnenkant vertoonde scheuren als Groninger klei in hartje zomer. Deze handschoenen waren een tastbare herinnering aan een geweldige ervaring met mijn mijn jeugdidool in het Oosterpark Patrick Lodewijks.
In de zomer van 1991 was ik als 13-jarig ventje bij het Zeeuwse trainingskamp van FC Groningen. De groenwitten met illustere namen als Djurovski, Meijer en Van Dijk in de selectie, speelden een oefenwedstrijd tegen een Zeeuwse amateurclub. Ik was meer gefocust op de keeper. Als C-junior verdedigde ik met enthousiasme het doel van een voetbalvereniging in het Groningse Westerkwartier. Mijn interesse ging dan ook vooral uit naar Lodewijks. In een kleermakerszit achter het doel kijken wat er gebeurde, hoe hij bewoog en coachte. En direct na het laatste fluitsignaal op jacht naar een handtekening en foto.
Na de vakantie ging een envelop met daarin een foto van Lodewijks en mij, een brief, een envelop met mijn adres mét postzegels goed gefrankeerd richting Oosterparkstadion. Ik had ‘m zelf op de bus gedaan, dus er kon niets mis gaan. Weken keek ik uit naar de postbode. Steeds de teleurstelling. Geen foto met handtekening retour. Bij de pakken neerzetten deed ik niet. Als het niet rechtstreeks via de club kon, dan maar via de media. Maar ook een oproep via Radio Noord had niet het gewenste effect. De foto kwam niet terug. Mogelijk nooit aangekomen.
Halverwege 1992 schreef ik naar de toenmalige sportkrant Sportief Actueel Noord, Span. De krant bood mensen de kans om hun sportwens in te dienen. Blij en verrast was ik toen verslaggever Tammo Telkamp op een avond belde. De brief met daarin de beschrijving van de verdwenen foto, aangevuld met de wens om eens met Lodewijks te mogen trainen in het Oosterparkstadion, had hem verrast. Daar zat een mooi verhaal in.
In september 1992 was het zover. In een periode die in het teken stond van het UEFA Cup-treffen met het Hongaarse Vác FC Samsung. Mijn vader bracht me naar het Oosterparkstadion. Gastvrouw Roelie Gritter heette me welkom en toenmalig directeur Henk Nienhuis nam me mee naar de spelersruimte. Daar zat hij, Patrick Lodewijks. In keepersoutfit. En klaar om met mij een balletje te trappen. Ik was nerveus. Samen betraden we het voor mij heilige gras. Daar in het doel zweefde ik voor wat ik waard was. Magisch. Mijn opwachting in het Oosterparkstadion. De plek van “Hekken Parkzijde blijven gesloten”.
Nadat foto’s waren geschoten en ik met een grijns van oor tot oor het veld verliet, wachtte een verrassing in de kleedkamer. Van Lodewijks kreeg ik zijn handschoenen, gedragen tijdens de wedstrijd in de UEFA Cup. Maar Lodewijks had nog een verrassing: hij wilde graag langskomen bij mijn voetbalclub. Om alle jeugdkeepers een middag de kneepjes van het vak bij te brengen. En zo gebeurde het dat hij, op 21 oktober 1992, in de herfstvakantie, precies 25 jaar geleden, neerstreek op de voetbalvelden in Grijpskerk. Om na de training uitgebreid met iedereen op de foto te gaan.
Lodewijks gaf naderhand zijn telefoonnummer aan mijn vader. Ook zijn toenmalige adres in Annen kreeg hij mee. In de weken en maanden daarna is nog een paar keer kort contact geweest. Ook volgde nog wel eens een praatje langs de lijn bij het trainingsveld in Groningen. Maar logischerwijs bleef het daarbij. Hij als keeper die een gunst verleende, ik als jochie van veertien dat enorm trots was op deze belevenissen. De laatste keer dat ik Lodewijks een kaart stuurde was in het voorjaar van 2015. In de dagen die voor hem en zijn naasten inktzwart zijn. Gericht aan Feyenoord, ter attentie van Patrick Lodewijks. Man die in mijn ogen meer is dan gewoon keeper en trainer, maar bovenal een goed mens.
De keeperhandschoenen zijn in de tijd vergaan. Het foam verbrokkeld en verwaaid als stof op een uitgedroogd kleiland. Zo af en toe pak ik mijn fotoalbum. Dan blader ik naar de foto’s met daarop de momenten met Patrick Lodewijks. Die Brabander die uiteindelijk als speler via FC Groningen en PSV zijn actieve carrière afsloot bij Feyenoord. Die via Feyenoord als trainer nu dagelijks op de velden van het Engelse Everton actief is en tot voor kort dagelijks werkte met twee Groningers. Van die man kreeg ik handschoenen, een arm op mijn schouder en een fantastische herinnering. Patje, het is inmiddels 25 jaar later, maar de herinnering is levendig. Nogmaals dank.
Dit is een gastbijdrage van Anthony Hogeveen.