Marco Simone (7 januari 1969) is een Italiaanse oud spits van een paar grote Europese topclubs. Eind jaren 80, begin jaren 90 won ‘Peter Pan’ vele prijzen.
Simone maakte op 18-jarige leeftijd zijn debuut in de Serie A bij Como. Maar na slechts twee competitiewedstrijden werd hij verhuurd aan Virescit, dat uitkwam in de Serie C1. Daar maakte hij wel indruk, kwam elke week aan spelen toe en was van grote waarde. In dat seizoen wist Simone 15 doelpunten te scoren. In de zomer van 1988 keerde hij vol vertrouwen weer terug bij Como, waar hij in 34 wedstrijden zes doelpunten maakte. Na zijn verhuurperiode had hij daar toch meer van verwacht. Tot overmaat van ramp degradeerde Como ook nog naar de Serie B. Toch waren er enkele clubs die zijn talent zagen. Hij had zich ook bij Arrigo Sacchi in de kijker gespeeld die hem in 1989 naar het grote AC Milan haalde. Bij de Rossoneri kende de spits een hele succesvolle periode. In zijn eerste seizoen won hij de Europacup I, Wereldbeker en de Europese Supercup. Simone zou acht seizoenen onder contract staan bij AC Milan. Hij werd vier maal kampioen in de periode 1992-1996 en won in 1994 de Champions League. Hij kreeg de bijnaam ‘Peter Pan’ omdat hij overal over en doorheen vloog. Hij was erg lichtvoetig en zeer snel.
Zijn beste seizoen kende hij in 1994/95 toen hij, ondanks dat hij geen echte centrumspits was, 17 doelpunten maakte in 30 wedstrijden. Hij had geen makkelijke opdracht omdat hij veel concurrentie ondervond van spitsen die Wereldvoetballer van het jaar waren geworden (Marco van Basten, Roberto Baggio en George Weah). Simone beleefde ondanks een geweldige tijd in Milan. Hij speelde 274 wedstrijden waarin hij 74 treffers maakte. In 1997 nam de spits afscheid en vertrok naar Frankrijk.
Simone tekende een contract bij Paris Saint-Germain, waar hij een zeer succesvol eerste seizoen kende. Met de club won hij in 1998 de Coupe de France en de Coupe de la Ligue en wist in beide finales te scoren. Hij werd dat jaar beloond met de uitverkiezing tot Frans voetballer van het jaar. Het tweede seizoen verliep iets minder omdat hij onenigheid kreeg met de toenmalige trainer Artur Jorge. Dat deed hem besluiten een overstap te maken naar AS Monaco. In de eerste twee seizoenen was een vaste belangrijke kracht. Hij leidde de club in 2000 naar het kampioenschap met 21 doelpunten. De komst van Didier Deschamps in 2001 betekende echter een ommekeer. Na een conflict met de nieuwe coach werd hij minder vaak opgesteld, waarna de club besloot om Simone te verhuren aan AC Milan. Na zeer weinig speelminutente hebben gemaakt, keerde de spits in 2002 terug naar het prinsendom. De eerdere aanvaring met Deschamps waren nog niet uit de lucht, waardoor AS Monaco besloot in oktober 2003 het contract met Simone te ontbinden.
Ondanks zijn mooie en succesvolle carriére speelde Simone slechts vier interlands voor de nationale ploeg van Italië.
In januari 2004 tekende hij tot het einde van het seizoen een contract bij het Franse Nice. Daar wist Simone echter geen basisplaats te veroveren en besloot hij na drie maanden zijn verbintenis in te leveren. In 2005 keerde Simone terug naar Italië om bij AC Legnano te gaan spelen. Aan het einde van het seizoen besloot hij de schoenen aan de wilgen te hangen, maar bleef hij aan de club verbonden als voorzitter.
In september 2011 werd Simone trainer van AS Monaco dat uitkwam in de Ligue 2. Na afloop van het seizoen werd hij samen met de gehele technische staf ontslagen, aangezien het doel om te promoveren naar de Ligue 1 niet was bereikt.
(Foto: Wikipedia)