Luis Filipe Madeira Caeiro Figo ( 4 november 1972) was een zeer creatieve en sluwe Portugese vedette die onder meer bij Barcelona, Real Madrid en Inter Milan speelde. Hij speelde bij Barcelona zowel onder leiding van Johan Cruyff als Louis van Gaal.
‘Figuinho’ brak door bij Sporting Lissabon maar werd pas een echte ster onder leiding van Johan Cruyff. Bij de Blaugranas groeide Figo in de loop der jaren uit tot een sterspeler. Figo veroverde met de Catalaanse club de Europa Cup II (1997), de UEFA Supercup (1997), tweemaal de Spaanse titel (1998, 1999) en tweemaal de Copa del Rey (1997, 1998). Onder Louis van Gaal was Figo zelfs captain.
In 2000 maakte Figo een zeer gevoelige overstap van Barcelona naar aartsrivaal Real Madrid. Voor een recordbedrag van 112 miljoen gulden werd Figo de eerste Gálactico oftewel superster en de Portugees won met de Madrileense club twee Spaanse titels (2001, 2003) en de Champions League (2002). In het seizoen 2004/05 zat Figo steeds vaker op de reservebank en vervolgens vertrok hij in augustus 2005 naar Internazionale. In 2007 wilde hij de club verlaten om in een minder zware competitie te gaan spelen. Hij kwam echter terug op zijn besluit en uiteindelijk bleef hij tot 2009 bij de Italiaanse club. Met Internazionale won Figo vier jaar op rij de Serie A.
Voor zijn vaderland speelde Luis Figo 127 interlands en maakte daarin 32 doelpunten. Portugal gold in zijn carrière bijna altijd als outsider tijdens de grote toernooien, maar verder dan een tweede plaats tijdens het EK 2004 in eigen land en een vierde plaats bij het WK 2006 kwamen de Portugezen niet.
(Foto: Wikipedia)