Ludovic ‘Ludo’ Coeck (25 september 1955 – 9 oktober 1985) was een Belgische voetballer die speelde voor RSC Anderlecht en de ‘Rode Duivels’. Overleed op 30-jarige leeftijd aan een auto ongeluk..
Coeck speelde meer dan tien jaar voor RSC Anderlecht en kwam tot 46 interlands (vier goals). Bij Anderlecht Midden jaren 70 heerste Coeck centraal op het middenveld. Coeck was een intelligente voetballer, die goed het spel las en over een uitstekende traptechniek beschikte. Met zijn befaamde linker zorgde hij regelmatig voor doelgevaar.
Helaas had Ludo Coeck veel tegenslag en werd ‘de man van glas’ genoemd. Hij werd vier maal geopereerd maar wist daar steeds weer bovenop te komen. Een auto ongeluk werd hem echter te machtig. op een met regen overgoten avond, verloor de toen 30-jarige Coeck de controle over het stuur in een bocht. Twee dagen later, op 9 oktober 1985, bezweek hij aan zijn verwondingen.
In 1971/72 maakte de toen 16-jarige Coeck zijn debuut bij tweedeklasser Berchem Sport. Toenmalig trainer Rik Coppens liet hem debuteren. Coeck maakte in een handvol wedstrijden meteen een uitstekende indruk, waarna verscheidene topclubs uit België interesse toonden.
Zes miljoen Belgische Franken waren nodig om hem over te halen voor Anderlecht te gaan spelen. De 17-jarige Coeck kwam in Anderlecht terecht in een sterren-team bestaande uit onder meer François Van der Elst, Rob Rensenbrink, Paul Van Himst, Hugo Broos en Gilbert Van Binst. Trainer Georg Kessler liet hem in november 1972 debuteren in de topper tegen Standard Luik. Een maand later scoorde Ludo tegen Sint-Truiden VV zijn eerste doelpunt voor paars-wit.
In zijn tweede seizoen brak Coeck onder trainer Urbain Braems volledig door. Hij werd een vaste waarde en had een belangrijk aandeel in het behalen van de landstitel. In de jaren ’70 zou Anderlecht met Coeck uit tot een Europees top team.Ludo Coeck bereikte met Anderlecht in 1976 de finale van de Europacup II. In die finale raakte Coeck na een half uur geblesseerd. Anderlecht won uiteindelijk met 4-2 van West Ham United.
Vanaf dan werd Coeck steeds vaker het slachtoffer van blessures. Zijn zwakke enkel was vaak de boosdoener. Coeck miste regelmatig wedstrijden, ging vaak onder het mes, maar bleef ondanks zijn blessures een verzamelaar van titels. Onder trainer Raymond Goethals, die hij nog kende van bij de nationale ploeg, hoefde hij niet voor zijn plaats te vrezen. In 1978 won Coeck in Parijs voor de tweede keer met Anderlecht de Europacup II.
Er volgde een periode van geblesseerd raken, herstellen, revalideren en terug komen. Telkens volgde er weer een nieuwe en ernstige knieblessure. Coeck herstelde, speelde het WK en verlengde zijn contract voor twee seizoenen. Enkele maanden later greep hij net naast de Gouden Schoen.
Coeck werd van middenvelder terug gezet naar libero, tot zijn eigen grote spijt. Er kwam een nieuwe trainer die hem nog wel op waarde wist te schatten en hij keerde terug op zijn oude vertrouwde positie, ‘op tien’. Gevolg: het winnen van de UEFA Cup ten koste van Benfica.
Enkele weken na de finale van de UEFA Cup, was het dan toch zover. Coeck verhuisde naar Italië en tekende er een contract bij Internazionale. De club betaalde meer dan 45 miljoen BEF (zo’n €1,125 miljoen) aan Anderlecht. In november raakte Coeck tijdens een interland tegen Zwitserland echter weer zwaar geblesseerd. Zijn seizoen bij Inter zat er meteen op.
Een jaar later leende Inter hem uit aan Ascoli, maar een revaliderende Coeck kwam er niet aan de bak. Coeck keerde naar België terug om wederom te revalideren tot hij de dood vond. Hij liet 309 wedstrijden en 61 doelpunten na. Daarnaast is het stadion van Berchem Sport naar hem vernoemd.
(Foto: Wikipedia)
Eén reactie
Mijn voorbeeld als Jeugdspeler bij K.Berchem Sport.
Top voetbalspeler en mooi persoon, het noodlot sloeg toe…triest.