Kurt ‘Der Bomber’ Welzl (6 november 1954) was een Oostenrijker die drie seizoenen te bewonderen was bij AZ ’67. De Nederlandse topscorer was aanvaller van professie en deed dat voor ‘de gouden generatie’ in Alkmaar met verve.
Oostenrijker Welzl begon als achtien-jarige zijn betaald voetballeven in 1972 bij het Wiener SK uit de hoofdstad van zijn geboorteland. Aanvaller Welzl speelde er 52 wedstrijden om 16 goals te kunnen maken. In 1974 haalde SSW Innsbruck hem op om hem uiteindelijk vier seizoen ‘vast te kunnen houden’. Dit leverde 133 wedstrijden en 54 doelpunten op.
Inmiddels had Kurt Welzl (1954) zich in de kijker gespeeld van AZ ’67, de club uit het Nederlandse Alkmaar. In eerste instantie ging het niet denderend en kreeg Kurt doordat hij sloom oogde en vele blessures had, al snel de bijnaam Kurt ‘Wechsel’. Ondanks deze ‘valse start’ scoorde Welzl in zijn eerste seizoen toch nog wel dertien maal.
Coach Georg Kessler bleef in hem geloven en kreeg daarin volledig gelijk. In het tweede seizoen begon de doelpuntenmachine te draaien en scoorde Kurt Welzl aan de lopende spreekwoordelijke band. Dit vooral aan de hand van de succesvolle tandem die hij vormde met Pier Tol.
We schrijven het seizoen 1980/1981 Onder leiding van trainer Kessler beleefde AZ met Welzl in de gelederen zijn meest succesvolle seizoen ooit. De ploeg was met spelers als Kees Kist, Kristen Nygaard, John Metgod, Ronald (Voor)Spelbos en Hugo Hovenkamp amper af te stoppen en kon zes wedstrijden voor het einde van de competitie al het behalen van de landstitel vieren. Ook in Europa ging het uitstekend. De finale werd zelfs gehaald, al ging het daarin mis tegen Ipswich Town.
In de kwartfinales wachtte eerst het Belgische KSC Lokeren. Voor 12.000 toeschouwers in de Alkmaarderhout, onder wie 4.000 Belgen, leek AZ net zo gemakkelijk over Lokeren heen te walsen als over de meeste Nederlandse ploegen. Binnen een kwartier hadden Pier Tol en Kurt Welzl het net gevonden, maar de 2-0 voorsprong gaf geen rust. De thuisploeg was bang voor een tegendoelpunt, zakte ver terug en met hangen en wurgen werd de 2-0 zege uit het vuur gesleept.
In België ging het maar net goed. Op een nagenoeg onbespeelbaar veld kwam Lokeren na ruim een half uur op 1-0 via René Verheyen. AZ verdedigde echter goed en voorkwam meer schade. Ondanks de eerste nederlaag van het seizoen was een plaats in de halve finales een feit. In deze halve finale was FC Sochaux-Montbéliard slachtoffer van de dadendrang van AZ ’67.
De finale was bereikt maar daarin was Ipswich Town, met een scorende Frans Thijssen, uiteindelijk helaas net te sterk (3-0 nederlaag in Engeland, 4-2 zege in Amsterdam, 4-5 einduitslag). Toch was het een geslaagd seizoen door ‘de dubbel’ binnen te halen: en landskampioen en bekerwinnaar door een 3-1 overwinning op Ajax in het Olympisch stadion te Amsterdam.
Welzl maakte dit niet meer mee; hij was al vertrokken voor 1.2 miljoen gulden naar Valencia CF. Het boterde niet meer tussen hem en trainer ‘Sir’ Kessler. Wetzl zelf hierover: “Kessler vindt mijn vertrek niet erg, ik zou toch nooit meer voor AZ hebben gespeeld..”
In Spanje maakte Welzl twee seizoenen vol (41 potjes, 12 goals) en werd vervolgens uitgeleend aan AA Gent om daar één jaar te gaan spelen. Dit was geen groot succes getuige de tien wedstrijden en het ene schamele doelpuntje. Ook een half seizoen Olympiakos in 1984 zal, ondanks zijn moyenne, vast niet iets zijn waar Welzl lang over uitgepraat raakt (vijf wedstrijden, drie goals).
Het einde van de loopbaan van Kurt Welzl leek in zicht en daarop besloot hij te gaan af bouwen in eigen land. Om zijn staat van dienst nog op te leuken met mooie clubs, van naam, speelde hij nog voor SSW Innsbruck (dertig wedstrijden, vijf keer scorend), FC Swarovski Tirol (vijf potjes, twee goals), Grazer AK (twaalf potjes, twee goals) en op goed Oostenrijks: ‘last but not least’, SV Spittal/Drau (aantal wedstrijden en doelpunten onbekend).
Welzl maakte zijn debuut voor de Oostenrijkse nationale ploeg op zondag 16 maart 1975 in het EK-kwalificatieduel tegen Luxemburg (1-2). Hij kwam uiteindelijk maar tot een schamel totaal van 22 interlands en tien doelpunten. Dit vooral omdat volgens Welzl de bondscoach een speler meenam die zijn vaste kaartpartner was…
In 1988 besloot Welzl dat het genoeg was. 354 wedstrijden had het publiek van de aanvaller kunnen genieten. 131 maal stond zijn naam daarbij in het lijstje met doelpuntenmakers.
(Foto: ANP – Arthur Bastiaanse)