Klaas Karregat (26 februari 1934) alias ‘de blubber’ voetbalde op karakter. Door zijn werklust gleed hij ooit een sloot in.
Klaas Karregat ‘de Blubber’ maakte deel uit van een team Volendamse jongens dat in 1959 kampioen werd van de eerste divisie en voor de eerste keer promoveerde naar de eredivisie. Karregat speelde uiteindelijk zelf twintig jaar in het eerste van Volendam. Coen Moulijn noemde hem ooit zijn moeilijkste tegenstander.
Klaas Karregat wordt op 26 februari 1934 geboren in Volendam. Op zeventienjarige leeftijd debuteerde hij in het eerste team van Volendam. Dat gebeurde op 11 februari 1951 in de uitwedstrijd tegen West Frisia in Enkhuizen.
Karregat begint als rechtshalf maar door de blessure van rechtsback Dick Duin verkast hij onder trainer Leen van Woerkom een linie naar achteren. Van deze plek zou de spijkerharde maar faire voetballer door zijn indrukwekkende spel niet meer wijken. Alleen de militaire dienst in Nieuw-Guinea en trainer Ron Dellow krijgen Karregat nog van zijn vaste stekkie af.
De Volendamse Klaas Karregat heeft zijn bijnaam te danken aan het volgende voorval: De Volendammers spelen begin 50’er jaren een competitiewedstrijd tegen KFC (niet te verwarren met de snack-keten). Het veld van de club uit Koog aan de Zaan was door de regenval niet al te best en spekglad. Toen Karregat een sliding inzette gleed hij zo van het veld een modderige greppel in. De naam ‘De Blubber’ is daarbij geboren.
In de zomer van 1954 deed het profvoetbal zijn intrede in Nederland. De gevolgen voor Volendam die nog een seizoen op amateur-basis bleven spelen waren groot: de club verloor lokale cracks Klaas Smit en Evert Smit. De broers tekenden een profcontract bij Alkmaar’75. De voorloper van AZ wilde ook graag Klaas Karregat naar Alkmaar halen. Maar de rechtsback wil nergens van weten: “Voor een Solexie liet ik het dorp niet in de steek’, daarmee uithalend naar de gebroeders Smit, die een brommer van Alkmaar ’54 als tekengeld hadden gekregen. Club en dorpsliefde hielden Karregat tot opluchting van de supporters dus in Volendam. Feyenoord zou later ook ‘bot vangen’ om dezelfde reden.
Met Volendam, dat in het seizoen 1955/1956 een profclub werd, haalde Karregat een tal van hoogtepunten. Allereerst werd in 1958 de bekerfinale gehaald. Met ‘De Blubber’ in de basis verloor Volendam helaas nipt met 4-3 van Sparta. Een seizoen later wordt Volendam onder leiding van trainer Ger Stroker kampioen en promoveert voor het eerst in de geschiedenis naar de eredivisie. In het eerste jaar in de hoogste divisie speelt Klaas Karregat alle wedstrijden, maar ondanks het meespelen van de sterke rechtsback degradeert Volendam.
In zijn laatste seizoen bij Volendam (1969/1970) scheurt Karregat in de wedstrijd tegen Cambuur zijn meniscus, maar een week later staat de Volendammer tegen DFC gewoon weer op het veld: “De dokter vond het niet nodig me te opereren. Wat erin hoort moet je er niet uithalen, zei hij nog. Een week later speelde ik al weer. Ik moest me een beetje aanpassen, maar zelfs op één been kon ik nog mee. Ik heb na die tijd trouwens nooit meer last gehad,” aldus de verdediger zelf.
Karregat stopte na het seizoen 1969-1970 met betaald voetbal. Eigenlijk wilde hij stoppen nadat Volendam gedegradeerd was. Klaas Karregat: “Hans Croon kwam als trainer en ik zei tegen hem: binnen een jaar zijn we terug in de eredivisie. Volendam draaide niet echt lekker. Stond Croon op een avond bij me voor de deur om me over te halen. Ongetraind deed ik mee tegen Willem II en we wonnen met 5-0. We werden dat seizoen kampioen en keerden terug naar de eredivisie, voor de vijfde keer.”
In totaal maakt Klaas Karregat in de maar liefst 19 seizoenen bij Volendam vier kampioenschappen in de eerste divisie mee. De voetballende kwaliteiten blijven bij de media ook niet onopgemerkt. In 1969 wordt Klaas Karregat door Voetbal International uitgeroepen tot de beste rechtsback van Nederland.