Jesper Grønkjær (1977)

Jesper Grønkjær

Jesper Grønkjær (12 augustus 1977) kwam ter wereld op Groenland en groeide uit tot een vleugelaanvaller met een mooie staat van dienst. Zo speelde hij voor onder andere Ajax, Chelsea en Atlético Madrid. En er staan maar liefst tachtig interlands achter zijn naam.

Jesper sloot in het seizoen 2010/11 zijn actieve carrière af bij FC Kopenhagen. Waar hij speelde sinds het seizoen 2006/2007. Maar het begon allemaal in 1977 toen hij het levenslicht zag in Nuuk, Groenland. Dit is een een autonoom gebied binnen het Koninkrijk Denemarken. Oftewel Jesper kreeg de Deense nationaliteit. Zijn loopbaan leverde hem contracten op bij AaB, Ajax, Chelsea, Birmingham City, Atlético Madrid, VfB Stuttgart en dus FC Kopenhagen.

Jesper Grønkjær
Jesper Grønkjær

De Deense Tornado’ kon zowel links als rechts in de aanval uit de voeten. Ook zijn voortzetting was bovengemiddeld. Dit maakte hem voor trainers geliefd om op te stellen en zo oorlog op de flanken te bewerkstelligen. De linksbuiten werd ook al snel lieveling van het publiek met zijn snelle acties. Jesper Grønkjær begon zijn voetbalcarrière in zijn geboorteplaats Thisted. Hier stapte hij als jeugdspeler over naar AaB. Dit is een Deense sportclub uit Aalborg dat naast voetbal ook een ijshockey-, handbal- en basketbal-afdeling heeft.

Kort na zijn overstap in 1995 maakte hij als 17-jarige zijn debuut in het eerste team van AaB in een Super Cup- wedstrijd tegen FC Kopenhagen. Hij speelde zich meteen in de basis en zou in drie seizoenen 86 wedstrijden spelen waarin Jesper tien maal het vijandelijke net liet bollen. Dit leverde hem een uitermate grote interesse op van landgenoot en trainer van Ajax; Morten Olsen. Het was dan ook geen verrassing dat Olsen hem in oktober 1997 liet halen voor een transferbedrag van ongeveer vijf miljoen euro.

Bij Ajax manifesteerde Grønkjær zich als een klassieke vleugelaanvaller met een scherpe voorzet en klassieke passeeractie. Hier zou echter ook zijn grootste handicap zich tentoonspreiden. Tijdens zijn Ajax-periode had hij namelijk last van zowel grote als kleine blessures. Desalniettemin werd hij na het seizoen 1999/00 door de supporters uitgeroepen tot ‘Ajax-speler van het jaar’. Twaalf goals zagen we op zijn naam komen in twee seizoen en 55 wedstrijden. Hij had in het seizoen 1998/99 met de Nederlandse beker de enige prijs gepakt door beide goals te maken in de finale tegen Fortuna Sittard.

Er is een mooie anekdote over de Deen tijdens zijn verblijf in Amsterdam. Andy van der Meyde was de aanstichter: “Na de training moesten we altijd handtekeningen zetten op shirts die op een tafel voor ons klaar lagen’, herinnert Van der Meyde zich. ‘Toen hebben we met het elftal een keer Grønkjærs spijkerbroek daar neergelegd en er allemaal op getekend. Het mooie was dat hij ’t zelf ook deed toen hij uit de douche kwam. Jesper had het pas door toen hij zich wilde aankleden.”

De Deen kon voor een bedrag van ongeveer 11,5 miljoen euro echter de Noordzee gaan oversteken. Grønkjær hoefde eigenlijk niet weg bij Ajax. Maar de club uit Amsterdam kon echter geen nee kon zeggen tegen de miljoenen van Chelsea. In Londen zagen we Grønkjær herenigd met Mario Melchiot. Die dezelfde zomer de overstap maakte naar ‘The Blues’. Jesper was teleurgesteld te moeten vertrekken uit Nederland. Hij voelde zich als handelswaar maar accepteerde het.

Bij Chelsea scoorde Jesper Grønkjær acht doelpunten in 88 duels. Na vier seizoenen onder coach Claudio Ranieri verruilde hij Chelsea in juli 2004 voor Birmingham City. Met deze transfer was zo’n 3,3 miljoen euro gemoeid. Vanaf dat moment brak er een periode aan bij verschillende clubs in de Europese subtop. Na een zwakke start bij Birmingham werd hij in december 2004 verkocht aan Atlético Madrid. Ook hier kon Grønkjær niet een stabiele vorm laten zien getuige de zestien wedstrijden zonder te scoren. Dit was ook de ‘eindstand’ geweest in Birmingham.

Jesper werd weer een half jaar later verkocht aan VfB Stuttgart, waar ook de Deense international Jon Dahl Tomasson speelde. Trainer Giovanni Trapattoni was vastberaden om Stuttgart naar de Duitse top te brengen. Ondanks deze vastberadenheid en de hoge verwachtingen die daarmee gepaard gingen, bleven de prestaties uit. De club bleef een ‘grijze’ middenmoter. Tomasson en Grønkjær botsten met de flamboyante Trapattoni. Deze zette hen op de bank maar de club ontsloeg de Italiaanse hoofdmeester.

Toch vond de Deense dartelaar het genoeg. Hij ging terug naar zijn roots en besloot de voetbalschoenen aan te gaan trekken voor titelverdediger FC Kopenhagen. Na acht jaar in het buitenland keerde hij namelijk in de zomer van 2006 terug naar de Deense Super League. Hier zou hij nog vijf seizoenen lang met nummer 10 op zijn rug spelen tot zijn carrière in 2011 werd onderbroken.

Een afscheid in stijl. Zijn laatste wedstrijd speelde hij namelijk tegen de club waar het was begonnen: Aalborg BK. Hij deed dit ook nog eens op de voor hem typische wijze door vanaf de linkerflank naar binnen te trekken en daarna de bal in de verre hoek te krullen. Zo sloot hij af met een doelpunt, een 2-0-overwinning en de Deense titel.

Met Denemarken speelde Grønkjær, type dartele buitenspeler, op de Europese kampioenschappen van 2000 en 2004 en de wereldkampioenschappen van 2002 en 2010. Na de uitschakeling van Denemarken op het WK 2010 kondigde Grønkjær zijn interlandpensioen aan. De interlandteller bleef steken op tachtig, het aantal interlandgoals op vijf.

Na zijn loopbaan kreeg Jesper Grønkjær de aanstelling tot analist bij de Deense Televisie. Ook sloot hij zich aan bij het amateurvoetbalteam FC Grassroots. Dit is een team van oud-spelers die het edele voetbalspel nog niet kunnen missen.

(Foto: Wikipedia)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *