Jean-Paul de Jong (17 oktober 1970) was een hardwerkende, trouwe middenvelder die nog steeds een icoon is van FC Utrecht. Hij speelde in 14 jaar ruim 400 wedstrijden voor de club uit de Domstad.
De Jong doorliep zijn jeugdopleiding bij vele clubs. Achtereenvolgens bij DWSV, USV Elinkwijk, Feyenoord, Ajax. Daarna vertrok hij naar Duitsland waar hij toetrad tot de jeudopleiding van Arminia Bielefeld en VfL Osnabrück. Bij de laatst genoemde debuteerde hij in het seizoen 1992/1993. Na 14 wedstrijden hield hij het voor gezien en vertrok terug naar Nederland om te gaan spelen bij FC Utrecht. Hij maakte zijn debuut op 15 september in de uitwedstrijd tegen FC Volendam (2-2). Al snel speelde hij zich in de basis. Zijn altijd voor op in de strijd gaande instelling maakte hem tot een publiekslieveling. ‘Mister FC Utrecht’ speelde in totaal 14 seizoenen voor Utrecht, en speelde daarin ruim 400 wedstrijden.
In die periode maakte hij hoogte -en dieptepunten mee: van de bijna-degradatie in 1996, tot de bekerwinst in 2003 en 2004 (en de Johan Cruyffschaal in 2004). Ook was hij aanvoerder in het seizoen tijdens het overlijden van David di Tommaso. Als aanvoerder onthulde hij een borstbeeld voor deze verdediger.
JP pakte ook een behoorlijk aantal kaarten in zijn carriere. Met 83 gele kaarten was hij recordhouder aller tijden in de geschiedenis van de eredivisie, totdat Patrick Pothuizen het record overnam op 2 mei 2010 met 84 gele kaarten.
Zijn contract liep tot medio 2007, waarna hij besloot er mee te stoppen. Hij behaalde zijn trainersdiploma, waarna hij zich als jeugdtrainer bij de staf van FC Utrecht voegde. Op 12 oktober 2007 werd er een afscheidswedstrijd voor hem gespeeld.
In het seizoen 2005/06 werd de clubicoon verkozen tot speler van het jaar, en ontving daarvoor de David di Tommaso-trofee.
(Foto: ANP – Marcel Antonisse)