Hans Visser (17 december 1966) speelde van 1986 tot en met 2002 bij zes verschillende voetbalclubs. Hij speelde vaak ‘achter de spits’ maar kon ook vanaf de flanken spelen. Visser beschikte over een fantastische traptechniek waarmee hij regelmatig uit vrije trappen scoorde.
‘Voetbaldier’ Visser speelde voor FC Groningen, MVV, Harelbeke, FC Utrecht, Vitesse en AZ. Hij stond bekend als vrijetrappenspecialist. Visser zorgde er bijna persoonlijk voor dat FC Utrecht in 1996 niet degradeerde. Met goals tegen onder andere Go Ahead Eagles en op de slotdag tegen FC Twente, wisten de Utrechters degradatie te keren. Daarna werd hij assistent-trainer bij uiteindelijk KRC Genk.
Visser werd in de jeugd opgeleid bij SV de Foresters uit Heiloo. Op 19-jarige leeftijd debuteerde Visser onder trainer Han Berger in het eerste elftal van AZ. Na drie seizoenen AZ vertrok hij naar Vitesse waar hij in twee seizoenen 35 wedstrijden speelde en hierin drie doelpunten scoorde. Bij Vitesse kon de aanvaller echter niet een voetbalvuist maken waarop hij opnieuw een transfer meemaakte.
In 1991 tekende hij namelijk bij MVV uit Maastricht waar hij direct basisspeler werd. Zijn eerste seizoen in Maastricht werd ook meteen zijn beste: mede door de 11 doelpunten van Visser (uit 34 wedstrijden) werd MVV knap 7e in de Eredivisie en werd het elftal uitgeroepen tot het beste team in het seizoen 1991-1992. Visser zou tot en met het seizoen 1994-1995 bij MVV onder contract staan.
Dat laatste seizoen degradeerde de club echter uit de Eredivisie en omdat de aanvaller in de hoogste Nederlandse competitie wilde blijven spelen koos hij ervoor te vertrekken. Hij tekende bij FC Utrecht waar hij de opvolger van de vertrokken Edwin Gorter moest worden.
Visser speelde in zijn eerste jaar bij FC Utrecht een prima seizoen met 6 doelpunten uit 34 wedstrijden. In het tweede seizoen 1996-1997 ging het met de club minder. FC Utrecht ontliep aan het einde van dat seizoen ternauwernood de nacompetitie. Doordat Hans Visser op cruciale momenten dat seizoen enkele doelpunten scoorde mag gezegd worden dat de aanvaller een groot aandeel had in het lijfsbehoud dat seizoen. Zo schoot hij op 5 mei 1996, in de wedstrijd FC Twente – FC Utrecht, met een 1-1 tussenstand, in de 88e minuut een voorzet van Jorg Smeets in de rechterhoek achter de kansloze FC Twente-doelman Sander Westerveld en werd de nacompetitie ontlopen.
Voorafgaande aan het seizoen 1997-1998 vertrok Visser naar het Belgische RC Harelbeke. Hier zou hij twee seizoenen voetballen waarna hij in 1999 terugkeerde naar Nederland en ditmaal tekent bij FC Groningen. Daar kende hij direct weer een uitstekend seizoen; de spits scoort maar liefst vijftien goals in 47 duels en heeft daarmee een belangrijk aandeel in de via de nacompetitie behaalde promotie naar de Eredivisie.
Ras voetballer Visser was zelfs op zijn dertigste nog niet van het veld te slaan. Een kwartier voor en ook na de training bleef hij zijn techniek etaleren. Bij Groningen had hij een speciale klik met de kopsterke spits Martin Drent. Hans Visser wist menigmaal het hoofd van Drent te vinden, wat vaak tot een doelpunt leidde.
In 2002 stopt Visser met voetballen en gaat hij in verschillende functies aan de slag bij MVV. Zo is hij er jeugdtrainer en assistent trainer bij het eerste elftal. Daarna werd hij trainer van de Belgische hoofdklasser Tongeren, jeugdtrainer bij Genk en assistent trainer bij SC Heerenveen. Vanaf 2008 ging hij werken bij KRC Genk waar hij techniektrainer, trainer van de beloften, interim hoofdtrainer en assistent trainer van het eerste elftal werd.
Hans Visser is, naast Daniël de Ridder en Danny Koevermans, één van de zeer weinige Nederlandse profvoetballers die met succes het gymnasium opleiding heeft afgerond. Op het Alkmaarse Murmellius Gymnasium behaalt Visser in 1984 na 6 jaar zijn eindexamen.
(Foto: ANP)