Friedrich ‘Fritz’ Walter (31 Oktober 1920 – 17 Juni 2002) is een voormalig (West)-Duitse aanvaller en één van de beste Duitse voetballers ooit. Walter speelde zijn gehele carrière voor 1. FC Kaiserslautern en zag dit in 1985 beloond worden. Het stadion van de club werd omgedoopt in het Frits Walter-stadion. Daarnaast was Walter succesvol met de nationale ploeg van West-Duitsland, door in 1954 de wereldtitel te veroveren.
Nadat Walter de jeugdopleiding van 1. FC Kaiserslautern had doorlopen, maakte hij zijn debuut in het eerste elftal in 1937, hij was slechts zeventien jaar oud. Drie jaar later debuteerde hij in het Duitse nationale elftal. In 1942 werd Walter gedwongen mee te vechten in de Tweede Wereldoorlog, waarna hij in 1946 als krijgsgevangene werd meegenomen door de Sovjetten. Eén van de Hongaarse bewakers in het kamp waar hij uit gedeporteerd werd, liet de Sovjetten echter weten dat Walter niet Duits, maar van Oostenrijkse afkomst was. Dit heeft uiteindelijk zijn leven gered.
Na de oorlog pikte Walter zijn voetballoopbaan weer op en leidde hij ‘zijn’ Kaiserslautern in 1951 en 1953 naar de nationale titel. Een jaar later behaalde Walter zijn grootste succes in zijn carrière. In Zwitserland was de 33-jarige Walter aanvoerder en de grote inspirator van het West-Duitse team dat de wereldtitel pakte.
Na het Wereldkampioenschap speelde Walter nog vijf jaar voetbal. Hij eindigde zijn carrière uiteindelijk in 1959 met 380 doelpunten in 411 wedstrijden. In 1985 werd Walter geëerd met de vernoeming van het stadion van 1. FC Kaiserslautern. In 2002 overleed Walter op 81-jarige leeftijd. Twee jaar later werd Walter, ter ere van het vijftig jarig jublileum van de UEFA, uitgeroepen tot ‘Beste Duitse voetballer van de laatste vijftig jaar’.