Fred van der Hoorn (12 oktober 1963) is met recht een rasechte Bosschenaar. Hij begon zijn profcarrière in ‘De Vliert’, genoot van een buitenlands avontuur en sloot zijn loopbaan – zoals het een echt clubman betaamt – weer af in zijn geboortestad.
In februari 1985 debuteerde Van der Hoorn. Als invaller kwam hij in het veld voor Ton Pattinama tijdens Haarlem-FC Den Bosch (2-1). Den Bosch was toen nog een subtopper in de Eredivisie met spelers als Arnold Scholten, Hans Gillhaus en keeper Jan van Grinsven.
Van der Hoorn was afkomstig uit de eigen jeugdopleiding. In 1984 belandde hij de selectie van FC Den Bosch. Hier werd Fred de eerste twee seizoenen rustig gebracht om zich vervolgens drie seizoenen in de basis te spelen.
In 1988 zagen we ook een andere kant van Fred; hij staat sindsdien in menig top tien van grove overtredingen. Danny Hesp, die bij Ajax als een groot talent te boek stond, was het slachtoffer. Het 17-jarige ‘broekie’, broer van keeper Ruud Hesp, zette samen met Van der Hoorn een sliding in. Van der Hoorn mankeerde niets, maar Hesp kwam de klap van een kuit- en scheenbeenbreuk nooit te boven. Weliswaar voetbalde Hesp later nog 428 competitiewedstrijden, maar de grote carrière, die voor de ‘aanslag’ in het verschiet lag, kwam er niet van.
In 1989 werd de spijkerharde Van der Hoorn ook nog eens geschorst voor vier wedstrijden met de proeftijd van één jaar. Hij had het fysiek aan de stok gekregen met Utrechter Rob Alflen, ook geen ‘lieverdje’. Ze waren na een vechtpartij door scheidsrechter Modderman beide van het veld gestuurd. Naast de schorsing gaf de KNVB beide een boete van 150 gulden.
De laatste twee seizoenen wist libero Van der Hoorn zelfs meerdere malen het vijandelijk doel te vinden. En na vijf jaar (112 wedstrijden, vier goals) verdienstelijk te hebben gespeeld in de hoofdmacht, verdiende Fred in 1989 een transfer naar Dundee United. De Schotse vereniging vond het transferbedrag van 520.000 gulden geen probleem. Den Bosch had lopen slapen en dacht onterecht dat Van der Hoorn al had bijgetekend.
In het Tannadice stadion beleefde Van der Hoorn vijf prachtige jaren. In 1994 won hij zelfs met zijn club de Schotse FA Cup. Al was Van der Hoorn toen inmiddels verbannen naar de reservebank. Dundee won de beker door een 1-0 overwinning op Rangers FC. Fred werd niet meer op waarde geschat en besloot naar België te verhuizen. Dit had mede te maken met de reputatie die hij in Schotland had opgebouwd. Van der Hoorn had de namelijk twijfelachtige eer in één seizoen 40.000 gulden aan boetes te ontvangen..
Er zouden drie eveneens succesvolle seizoenen bij de Belgische eersteklasser Eendracht Aalst volgen. In de Belgische Jupiler League waren voor de keiharde verdediger de eerste twee seizoenen het beste getuige het aantal gespeelde wedstrijden: respectievelijk 32 en 29 stuks (geen goals). Ondanks dat Van der Hoorn in het derde seizoen wel wist te scoren, speelde hij maar twaalf keer in het shirt van Aalst. Het was tijd om te vertrekken.
Halverwege het seizoen ’96/’97 keerde Fred weer terug op het oude nest. FC Den Bosch. Na zijn terugkeer was Van der Hoorn jarenlang de onbetwiste aanvoerder van FC Den Bosch. Hij mocht in die rol tweemaal de kampioensschaal van de Eerste Divisie boven het hoofd heffen, en sloot hierdoor zijn loopbaan af op het hoogste niveau.
Hij had op dat moment de meer dan respectabele (voetbal)leeftijd bereikt van 38 jaar. Aan het eind van het seizoen 2001-2002 zette Fred van der Hoorn na 518 wedstrijden, waarvan ruim de helft in ‘Bossche dienst’, een punt achter zijn carrière.
Fred van der Hoorn besloot zich verdienstelijk te gaan maken op een ander vlak en ging daarom de functie van technisch manager bij FC Den Bosch bekleden. Met diverse trainersdiploma’s op zak had hij de ambitie om binnen afzienbare tijd hoofdtrainer van zijn club te worden. In november 2014 werd bekend dat Van der Hoorn een dubbele functie kreeg bij FC Den Bosch: naast manager voetbalzaken werd hij ook assistent-trainer.
(Foto: ANP – Koen Suyk)