Een geboren doelpuntenmachine en dat was-ie, Frans Geurtsen (17 maart 1942 – 12 december 2015).
Een geboren doelpuntenmachine
Dat bleek al op 11-jarige leeftijd, toen hij lid werd van de Utrechtse volksclub Velox. Elk jaar kroonde de jeugdige Frans, zoon van een fabrieksarbeider, zich tot topscorer van de teams waarin hij speelde. Een logisch gevolg was dat hij na zijn overstap naar de senioren, als 18-jarige, direct in de selectie voor het eerste elftal werd opgenomen.
Successen met velox
Eén van zijn nieuwe ploeggenoten werd Wim van Hanegem. Velox bivakkeerde toen in het betaalde voetbal, nadat men in 1958 landskampioen bij de amateurs was geworden. Als derde profclub van Urecht – na DOS en Elinkwijk – deed Velox het verre van slecht in de tweede divisie. Met Frans Geurtsen als midvoor werd het zelfs hosanna. Ook bij de grote jongens scoorde hij aan de lopende band en vooral dankzij de 28 goals van Frans promoveerde Velox naar de eerste divisie.
Het leverde hem een plaats op in het Utrechts elftal, dat in het Jaarbeursstedentoernooi, de voorloper van de Europa League, uitkwam. Hij gaf meteen zijn internationale visitekaartje af met scores tegen Tasmania Berlin (2x) en het Schotse Hibernian. Toen Geurtsen een jaar later en een stap hogerop – in de eerste divisie – ook om de haverklap de roos trof, promoveerde hij in 1963 naar de eredivisie.
doelpuntenmachine van dws
Niet met Velox, maar met het Amsterdamse DWS dat Geurtsen à raison van 80.000 gulden weghaalde uit de Domstad. In het Olympisch Stadion kreeg het voetbalsprookje Van Frans Geurtsen een nieuw hoogtepunt. Met de aloude club van de Spaarndammerbuurt werd hij in 1964 landskampioen. Frans Geurtsen zorgde voor het gros van de benodigde goals en wist zich in de rug gedekt door defensieve mannetjesputters als Daan Schrijvers en Rinus Israel. Aan die titel kleefde voor de Utrechtse goalgetter ook nog een onuitwisbaar persoonlijk succes. Met 28 voltreffers werd hij gekroond tot topscorer van de eredivisie. Een titel die hij in het seizoen dat erop volgde prolongeerde, zij het met een handvol minder doelpunten. 23 om precies te zijn. Daar kwamen nog enkele Europese doelpunten bij, want zowel tegen Fenerbahce als het Noorse Sky-og Lyn scoorde hij in het kader van het toernooi om de Europa Cup I.
één van neerlands eerste fullprofs
Geurtsen was inmiddels één van de eerste fullprofs op de Nederlandse velden geworden. Dat gebeurde op voorspraak van Henk Solleveld, toenmalig voorzitter van DWS. Een bijzonder ambitieuze zakenman, die van DWS de eerste échte profclub van Nederland maakte. Alleen dan, zo was zijn voorspelling, zou Nederland een rol van betekenis kunnen spelen in het internationale voetbal. Bovendien wilde hij Ajax met de invoering van het fullprofessionalisme een stevige slag toedienen in de strijd om de stadshegemonie.
Het eerste was goed gezien van Solleveld, het tweede (veel) minder. Want hij kreeg Ajax, dat destijds in de degradatiegevaar verkeerde, er niet onder. Sterker nog; de rollen waren spoedig omgedraaid en wel zodanig dat DWS uiteindelijk in het betaalde voetbal ten onder ging. Geurtsen was toen al van het hoogste podium van ons voetbal verdwenen. Hij bleek geen liefhebber van het professionele voetballeven. Zo had hij een hekel aan verre uitwedstrijden, zoals naar GVAV in Groningen en MVV in Maastricht. Het alleen maar leven voor de sport was niet zijn ding. Mede daardoor bleef hij ook steken op slechts één luttele interland, tegen Albanië in het kampioensjaar van DWS. Een wedstrijd onder bondscoach Dennis Neville die met 2-0 werd gewonnen en waarin Frans Geurtsen uiteraard op het scoreformulier kwam. Hij maakte in Tirana de 0-2.
verval en einde
Zijn nogal flamboyante levensstijl leidde er toe dat hij geleidelijk aan minder ging presteren. DWS merkte dat als eerste. Na 1965 verloor hij zienderogen zijn scorend vermogen. En met hem zakte ook DWS steeds verder weg, mede omdat spelers als Israel (naar Feyenoord) en Schrijvers (PSV) het elders beter konden konden krijgen. Een achillespeesblessure leidt in 1968 het definitieve verval van de profvoetballer Frans Geurtsen in. Het blijkt een chronisch ongemak te zijn en nog drie jaar sukkelen gaf Frans Geurtsen er de brui aan in het betaalde voetbal. Hij was toen nog maar 29 jaar.
Het voetbal zei hij niet vaarwel, want in de regio Alkmaar, waarheen Frans Geurtsen inmiddels was verhuisd, heeft hij nog diverse amateurclubs getraind. Had hij sportief de wind in de zeilen, qua gezondheid zat het hem niet mee. Hij kreeg als prille zeventiger een herseninfarct, sleet vervolgens uitzichtloze dagen in een verzorgingshuis in Egmond, waar hij op 73-jarige leeftijd naar het hiernamaals werd verwezen.