Edwin Gorter (6 juli 1963) was een excentrieke middenvelder die het grootste deel van zijn carrière in het buitenland speelde.
De geboren Hagenaar kwam via de amateurs van Paraat en RVC ’79 terecht bij eerstedivisionist DS ’79. Daar maakte hij zijn officiële debuut in de met 3-1 verloren uitwedstrijd tegen Haarlem op 31 mei 1981. Het was de allerlaatste competitiewedstrijd van het seizoen en enkele jeugdspelers kregen een kans. En dat beviel goed, want de creatieve middenvelder speelde zich snel in het basiselftal.
Edwin Gorter zou tot 1984 in Dordrecht spelen. Hoogtepunt was het kampioenschap onder leiding van trainer Hans Dorjee in 1983, met spelers als Gerry Mühren, Cor Lems, Peter Matena, Niels Overweg en Anne Evers. Het seizoen erop knikkerden de Dordtenaren met 15 punten overigens direct weer uit de Eredivisie. Tijd voor Gorter om de vleugels uit te slaan. Hij had naar eigen zeggen geen zin meer om naar clubs als Veendam af te reizen.
In 1984 tekende Edwin Gorter een contract bij subtopper Roda JC, waar hij slechts twee jaar zou spelen. In 1986 verraste hij vriend en vijand door het avontuur bij het Zwitserse FC Lugano aan te gaan. Het zouden mooie jaren worden voor de spelmaker, hij kreeg in 1991 de prijs als beste buitenlander en Gorter was in het land van de schone berglucht een razend populaire speler.
Hij staat er tot op de dag van vandaag overigens nog steeds bekend als ‘Willy Görter’. Omdat zijn officiële naam Wilhelmus is, namen de Zwitsers dat als zodanig over. Hoewel Gorter niet op zijn mondje gevallen is, lukte het hem niet om het hen duidelijk te maken dat zijn roepnaam toch echt Edwin is.
Gorter was een excentrieke, stijlvolle speler met branie. Goed inzicht, technisch, fantastisch schot, lange wapperende manen en eigenwijs. Hij kreeg ook de naam een onbegrepen genie te zijn. Vond hij dat zelf ook? “Ach, dat moet een ander maar beoordelen. Zelfs mijn vrouw begrijpt mij niet, ze vindt dat ik gek ben”, zei hij ooit tegen een journalist.
Na omzwervingen bij Caen (waar hij als ‘numero dix’ nog samenspeelde met Jesper Olsen) en Lommel, keerde hij in 1994 weer terug in Nederland, bij FC Utrecht. Trainer Leo van Veen, die later dat seizoen ontslagen zouworden, bouwde een elftal om hem heen. Direct tot aanvoerder gebombardeerd, excelleerde Gorter dat jaar met listige passjes, mooie assists en dito goals.
Toch ziet hij zich tegen wil en dank nog steeds vaak herinnerd aan het ‘prikincident’ uit november 1994. Hij prikte de destijds jonge PSV’er Björn van der Doelen met de wijsvinger in de ogen, wat hem op een schorsing van zes wedstrijden kwam te staan.
Na dat ene seizoen in de Galgenwaard vertrok Gorter zonder veel succes naar het ambitieuze Vitesse. Daarna speelde hij nog een seizoen bij NAC, waar hij veel last had van blessures. Hij sloot zijn carrière in 1999 af in de Verenigde Staten bij New England Revolution.
De spelbepaler speelde een aantal malen mee met Jong Oranje en werd eenmaal geselecteerd voor het ‘grote’ Oranje. In de wedstrijd tegen Italië in januari 1986 zou hij reserve staan, maar de wedstrijd in Genua werd afgelast omdat het veld blank stond. Gorter zou zeker vaker geselecteerd zijn als hij destijds in Nederland zou blijven, want het talent had hij zeker. Bovendien was hij zeker niet minder dan generatiegenoten als Wilbert Suvrijn of Hendrie Krüzen die wel regelmatig geselecteerd werden voor het Nederlands elftal.
Edwin Gorter is de vader van Donny, die op dit moment actief is bij ADO Den Haag. Hij verblijft nog steeds vaak in Lugano, waar hij appartementen verhuurt aan het prachtige meer aldaar. Het complex heeft in elk geval een passende naam: ‘Casa Willy’. De appartementen heeft hij vernoemd naar zijn twee kinderen: Sharon en Donny.
(Foto: ANP Archief)