Dirk Wouter Johannes (Dick) van Dijk (15 februari 1946 – 8 juli 1997) scoorde overal waar hij kwam er lustig op los. Moest alleen erg vroeg en definitief zijn meerdere erkennen in een bacteriologische infectie.
Van Dijk groeide op in Gouda en voetbalde in zijn jeugd bij de plaatselijke voetbalvereniging ONA. Op zijn vijftiende maakte hij zijn debuut in het eerste elftal van ONA en een jaar later werd hij door trainer Hans Croon naar SVV, dat destijds uitkwam in de Tweede divisie, gehaald. Van Dijk werd clubtopscorer en promoveerde in 1966 met zijn club naar de Eerste divisie.
Dick van Dijk werd uitgenodigd voor het Nederlands jeugdelftal en het Nederlands militair elftal. Het scorend vermogen van de jonge spits wekte de interesse van FC Twente, maar de vraagprijs van 200.000 gulden vonden de Tukkers te veel. Een minder seizoen zorgde ervoor dat de transfersom een jaar later tot 70.000 gulden gezakt was, waarna FC Twente Van Dijk in de zomer van 1967 alsnog inlijfde.
Bij Twente maakte Van Dijk een veelbelovende start met zeven doelpunten in vijf wedstrijden. Hij vormde een sterk aanvalsduo met Theo Pahlplatz. De komst van Van Dijk zorgde voor een positieve impuls voor FC Twente; het jonge team eindigde mede dankzij de 22 doelpunten die Van Dijk in zijn eerste seizoen scoorde op een verdienstelijke achtste plaats. Het daaropvolgende jaar ging het nog beter. Twente deed lang mee in de strijd om het landskampioenschap en Van Dijk werd met 30 doelpunten topscorer in de Eredivisie. Legendarisch is de thuiswedstrijd tegen Ajax op 3 november 1968. Twente won met 5-1 en Van Dijk scoorde drie doelpunten.
Aangenomen wordt dat met deze wedstrijd de interesse van Ajax in Van Dijk definitief gewekt werd. De waarschijnlijke overgang was ruim voor het einde van het seizoen al een publiek geheim en in juni 1969 werd duidelijk dat de spits voor een transfersom van 750.000 gulden naar Amsterdam verhuisde. Inmiddels had Van Dijk op 26 maart 1969 zijn debuut als international gemaakt, in een wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Luxemburg. Oranje won met 4-0 en Van Dijk scoorde eenmaal.
Terwijl Van Dijk bij Twente nog de absolute vedette was, was hij bij Ajax niet meer dan één van de zestien geselecteerden en moest hij vechten voor een plek in de basisopstelling. Het maakte hem een andere, completere voetballer, die leerde mee te verdedigen. In zijn eerste seizoen scoorde hij 23 doelpunten in 32 wedstrijden. Hoewel hij in zijn tweede seizoen bij Ajax niet meer wekelijks in de basis stond, scoorde hij toch nog 18 doelpunten in 29 wedstrijden. In de finale van de Europa Cup I op 1 juni 1971 tegen Panathinaikos stond Van Dijk wel in de basis. Al na vijf minuten scoorde hij met het hoofd. Ajax zou de wedstrijd met 2-0 winnen.
Op 10 oktober 1971 speelde Van Dijk zijn zevende en tevens laatste interland, tegen de DDR. Na een derde seizoen bij Ajax, waarin hij voornamelijk reserve was, vertrok Van Dijk in 1972 naar OGC Nice in Frankrijk. Ook daar scoorde hij veelvuldig. De ploeg stond in seizoen 1972/1973 maandenlang aan kop in de Franse competitie en haalde een jaar later een opmerkelijk resultaat in de eerste ronde van de UEFA Cup, door het FC Barcelona van trainer Rinus Michels en speler Johan Cruijff uit te schakelen. In 1974 verkaste Van Dijk naar Real Murcia in Spanje. Een jaar later beëindigde hij zijn voetballoopbaan. Hij ging terug naar Nice waar hij makelaar werd. Hij was woonachtig in het nabijgelegen Saint-Paul-de-Vence.
In 1997 overleed hij plotseling op 51-jarige leeftijd. Tijdens een medisch onderzoek in een ziekenhuis liep hij een bacteriologische infectie op aan de hartkleppen, welke hem fataal werd. Ter nagedachtenis werd op 12 oktober 1997 een benefietwedstrijd georganiseerd tussen ONA uit Gouda en het Ajax van de Europa Cup I-finale uit 1971.
(Foto: ANP – Flip Martens)