Davor Šuker (1 januari 1968) wordt nog steeds gezien als één van de beste spitsen van de jaren negentig. Won tijdens het WK voetbal 1998 in Frankrijk de Golden Boot met zes doelpunten in zeven wedstrijden.
Davor Šuker begon met voetballen bij NK Osijek. Na vier seizoenen verliet hij die club om voor het grotere Dinamo Zagreb te gaan spelen. Met 34 doelpunten in zestig wedstrijden viel hij erg op en verdiende een transfer naar Sevilla, waar hij vijf seizoenen bleef. Toen vertrok hij naar Real Madrid waar hij zijn beste tijd doormaakte.
Zo won hij met daar in 1998 zowel de UEFA Champions League als de Wereldbeker. Bij Real Madrid bleef Šuker drie seizoenen waarna hij in de Premier League ging spelen voor Arsenal.
In het seizoen 1999/2000 speelde Šuker 22 wedstrijden en scoorde acht goals op Highbury. Het seizoen dat volgde speelde Šuker voor West Ham United, maar dit bleek geen succes, met elf wedstrijden en twee goals achter zijn naam vertrok de Kroaat naar de Bundesliga, alwaar hij voor 1860 München ging spelen. In München speelde Šuker maar twee seizoenen (2001-2003), in 25 wedstrijden scoorde Šuker slechts vijfmaal, waarna hij een punt zette achter zijn carrière.
Het beste moment uit Šukers carrière was het WK voetbal 1998 in Frankrijk. Hij werd topscorer en won de Golden Boot met zes doelpunten in zeven wedstrijden. Hij speelde destijds samen met onder anderen Predrag Mijatović, Zvonimir Boban, Robert Jarni, Robert Prosinečki en Siniša Mihajlović. Deze “gouden generatie” stond onder leiding van bondscoach Mirko Jozić.
Kroatië eindigde als derde door in de troostfinale het Nederlands voetbalelftal te verslaan. Šuker heeft het recordaantal doelpunten voor de Kroatische nationale ploeg op zijn naam met 45 goals.
In 2012 werd Davor Šuker voorzitter van de Kroatische voetbalbond.
(Foto: Wikipedia)