Carlo de Leeuw (12 december 1960 – 13 februari 2020). ‘En dan komt misschien wel jouw finest moment uit je carrière, dat doelpunt…’ In Feyenoord TV zit Carlo de Leeuw er vele jaren later rustig van na te genieten. Een treffer die ‘opeens’ valt in de 71e minuut.
‘Ja. Het doelpunt op zich was helemaal niks. Volgens mij was het uit een corner. De bal wordt afgeslagen, de bal wordt opnieuw ingebracht. Nielsen gaat op de linkerkant door. Ik sta op rechts, want ik had de corner genomen. En hij komt voor, hij gaat langs iedereen heen en hij komt voor mijn rechter uit. Nou, mijn rechterbeen is niet m’n sterkste. Nou, ik raak ’m… Ik raak ’m, maar niet echt geweldig. Maar hij valt binnen.’
Het is een genot om naar te kijken, de sympathieke materiaalman van Feyenoord die glunderend teruggaat in de tijd, naar dit inderdaad memorabele moment. Maar zoals het zo vaak gaat met herinneringen: ze kloppen niet helemaal. Tussen die afgeslagen corner van rechts en die voorzet van links zit een volle minuut met daarin van beide ploegen een mislukte aanval.
Het is een inworp daarna waarmee het allemaal begint. Feyenoord combineert goed op het middenveld via Brard, Pétursson en Van Deinsen. De laatste probeert met een fraaie trap Nielsen aan te spelen, die inderdaad staat op de plaats waar je De Leeuw zou verwachten. Die is die ruime minuut op rechts blijven hangen. Hij zou daar geen spijt van krijgen.
Nielsen wordt in eerste instantie niet bereikt, doordat rechtermiddenvelder Schoenaker de bal voor hem vandaan tikt. Frank Janssen probeert datzelfde bij Pétursson en daar gaat het mis. ‘Een te zachte terugspeelbal’ heet het in De Telegraaf, maar dat is niet de juiste beschrijving. Je kunt hooguit zeggen dat hij hem niet vol genoeg raakt om er een corner van te maken. Hij levert ‘m in bij Ivan Nielsen. Die gaf een voorzet, waarschijnlijk met de bedoeling om Jan Peters te bereiken.
Van Ajaxkeeper Piet Schrijvers kun je je afvragen of zijn bijdrage hier niet wat mager is. Hij was 32 jaar oud, een ervaren doelman, maar hier loopt hij wat onbeholpen zijn eigen doel in en probeert dan met z’n rechterbeen – haast achterstevoren dus, het oogt wat bangig – dat schot van De Leeuw te keren. Dat doet hij ook wel, maar pas achter de doellijn.
Ruud Krol bij de eerste paal en Peter Boeve bij de tweede komen een pas te kort. Carlo de Leeuw is de enige die er een voet tegen krijgt. De verkeerde voet, want z’n linkse is de beste. Maar vandaag is die rechter veel linker. Beter dan de beste. Hij raakt ’m en hij maakt ’m. Zijn eigen beschrijving van z’n rol hierin is te bescheiden. Zo heel simpel is het ook niet: precies het tikkie dat nodig is.
De Leeuw brult en juicht uitbundig, valt met zijn handen omhoog op z’n knieën voor het ontploffende vak S. Peters, Pétursson en Wijnstekers vallen hem om de nek. Dat is te veel voor de jonge voetballer, die omver valt. ‘Daar zaten mijn vrienden’, zou hij later in interviews er telkens bij zeggen. Hij noemde dan ook altijd de tranen in z’n ogen.
‘Vraag me niet naar andere wedstrijden die ik gespeeld heb, want dat weet ik echt niet meer’, lacht De Leeuw als hij het kippenvel en het volle stadion beschrijft. ‘En bij het commentaar noemen ze nog de verkeerde naam die gescoord heeft ook… Jan van Deinsen zeggen ze, terwijl ik het was.’ Het gaat met vriendelijke, vergevingsgezinde pretoogjes en een scheve, speelse lach om de mond.
De bekerfinale van 1980 is het enige wat Carlo de Leeuw op video bewaard heeft. Op een verouderde Betamax-band, die hij niet meer af kon spelen. Toen hij dat in 2008 aan het Rotterdams Dagblad vertelde, ging al snel de telefoon. Er belde iemand die werkte bij een bedrijf dat oude banden overzet op dvd. ‘Een paar maanden geleden heb ik de wedstrijd voor het eerst terug kunnen kijken’, zei de man die inmiddels bijna Abraham had gezien.
Uiteraard keek Carlo de beelden terug toen hij die op dvd had. ‘Ik moet eerlijk zeggen dat het me niet tegenviel’, zei hij daarover. ‘Ik had er een paar aardige acties bij. Weinig balverlies, een paar hakjes. Ik speelde tegen Piet Wijnberg, dat ging me redelijk af. Heel leuk om het weer eens te zien.’
Een opschepper was De Leeuw niet. ‘Laatst lieten ze op televisie nog wat oude beelden van me zien. Al mijn hoogtepunten duren bij elkaar iets van 2.45 minuten.’ Die zelfspot weerhield de latere materiaalman er niet van in zijn ‘schoenenhok’ een foto op te hangen van hemzelf, juichend na dat doelpunt. ‘De beker was voor ons in 1980 echt een hoofdprijs’, zei Carlo in 2008. En over de penalty: ‘Ik werd aangetikt door Wijnberg en viel. Het was wel een terechte. Dat weet ik omdat ik de beelden pas weer heb gezien.’
Toen ik mijn boek Beter dan de beste schreef, was de keuze heel bewust: zeventien hoofdstukken en een verkoopprijs van zeventien euro. Als eerbetoon. Want zeventien was het rugnummer van deze toen nog zo jonge linksbuiten, die in februari 2020 overleed. Dat ene doelpunt in die ene bekerfinale, tegen Ajax. Onvergetelijk.
Gerard Tuk
Lees meer over de bekerfinale Feyenoord – Ajax in 1980:
www.beterdandebeste.nl
Eén reactie
Foto bij het artikel over Carlo de Leeuw is niet van de KNVB bekerfinale van 1980. Het is zo te zien uit de halve finale Sparta-Feijenoord (op Spangen).
Keeper is Pim Doesburg. In de finale tegen Ajax (3-1 voor Feijenoord) scoorde De Leeuw inderdaad.