(16 april 1909 – 7 juli 1982) had een bizar moyenne bij het Nederlands Elftal. De vooroorlogse ster van Oranje werd daarnaast beroemd door zijn vallende kopbal.
Bakhuys was een profspeler bij onder andere het Franse Metz, HBS, VVV, THOR en ZAC. Doordat hij geen amateur was en wel speelde als profspeler kreeg hij een schorsing van de KNVB. Bakhuys speelde hierdoor niet meer interlands dan de 23 die hij achter zijn naam heeft staan.
Het Haagse Quick is waar het allemaal begon. Bakhuys vroeg op 8-jarige leeftijd het lidmaatschap aan. Dit net als zijn andere broers. Hij bleef echter niet lang lid want in de zomer van 1919 stapte hij op aandringen van zijn vriendjes over naar HBS. Dit tot groot verdriet van zijn broers.
In 1925 keerde Bakhuys na enkele omzwervingen in de jeugd weer terug naar Den Haag. In datzelfde jaar maakte hij als midvoor van HBS, de toenmalige kampioen van Nederland, als zestienjarig broekie op 27 september tegen Haarlem zijn debuut in het eerste elftal. Met twee doelpunten stal hij de show. Ook de week daarop scoorde hij tweemaal.
Zijn terugkeer naar Den Haag duurde echter niet lang. Na een jaar speelde Bakhuys weer voor het Zwolse ZAC. Hier werd hij de smaakmaker van het team, hetgeen niet onopgemerkt bleef voor de scouts van het Nederlands Elftal. In 1927 werd dit beloond met twee reservebeurten. Om op 12 februari 1928 als basisspeler deel uit te maken van Oranje in de interlandwedstrijd tegen Italië.
Met een onderbreking van een korte periode in Nederlands-Indië, waar Bakhuys carrière probeerde te maken, speelde hij van 1927 tot 1937 voor het Zwolse ZAC. Hij had zich daarvoor namelijk gevestigd in Soerabaja en vroeg het lidmaatschap aan van THOR. Ook daar stond de afkorting voor het briljante ‘Tot Heil Onzer Ribbenkast’.
29 wedstrijden en twintig goals liet hij achter op het eiland Oost-Java. Met THOR werd Bakhuys kampioen van Soerabaja in 1931/32. In juli 1933 kreeg hij van de rechtbank in Soerabaja faillisementsverklaring. Daarom keer hij in oktober van dat jaar terug naar Nederland.
In zijn eerste interland na zijn terugkeer op 11 maart 1934 tegen onze zuiderburen, scoorde Beb op fabelachtige wijze zijn meest beroemde doelpunt. Met een vallende kopbal liet hij het Nederlands legioen juichen. In de volksmond kreeg deze manier van scoren de naam van de beroemde Zwollenaar. Een goal à la Beb Bakhuys is namelijk tot op de dag van vandaag een begrip. De wedstrijd tegen de Rode Duivels werd gewonnen met maar liefst 9-3.
In het Nederlands elftal speelde hij als midvoor met buitenspelers als Kick Smit en Leen Vente. Een gouden voorhoede! Zijn interlandcarrière duurde tot 1936. Beb speelde 23 wedstrijden voor het Nederlands Elftal. Hij had een bizar moyenne door in die 23 wedstrijden maar liefst 28 maal het net te vinden.
Dat het niet tot meer interlands is gekomen is vooral te wijten aan de KNVB. Reeds voordat Bakhuys begon met voetballen voor VVV was hij aldaar een sigarenzaak begonnen. Deze had hij aangeboden gekregen van VVV. Inmiddels was Bakhuys namelijk neer gestreken in Venlo. De KNVB vond dit echter niet kunnen omdat het de uitleg kreeg als indirecte betaling. Met zeven stemmen voor en een onthouding werd Bakhuys op de beroepslijst geplaatst. Hierdoor mocht hij in Nederland minimaal een jaar niet meer in clubverband uitkomen.
Vervolgens tekende hij op 30 juli 1937 te Parijs een contract bij de Franse profclub Stade de Reims. Dit met een maandsalaris van zeshonderd gulden. En dat naast 22.000 gulden als tekengeld.
Bakhuys kreeg echter spijt van het zetten van zijn handtekening en probeerde al snel van de overeenkomst af te komen. Uiteindelijk kan dit met recht een soap van jewelste worden genoemd met als resultaat twee seizoen FC Metz (veertig wedstrijden, vijftien goals).
De oorlog was aanstaande en in september 1939 verbrak Metz het contract met Bakhuys in verband met de mobilisatie. In de lente van 1942 speelde hij daarna een paar wedstrijden voor TuRa 99 uit Leipzig, waar hij een tijd tewerkgesteld was. Vanaf 1942/43 speelde Bakhuys weer voor Metz. In het laatste seizoen, 1945-1946, scoorde Beb nog tweemaal in dertien potjes en besloot toen dat het mooi was geweest. Dit volbracht hij tevens coachend want hij was inmiddels speler/coach geworden.
Nadat hij gestopt was ging hij werken bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen in Rijswijk. Ook werd hij begin jaren zestig voor korte tijd medewerker van het televisieprogramma Sport in beeld, de voorloper van Studio Sport. Ook schreef hij een periode stukjes voor een krant. Hij verhuisde naar Den Haag en nadien naar Kijkduin. In 1974 ging hij met pensioen bij het CBR.
Beb Bakhuys overleed in 1982 op 73-jarige leeftijd. Tussen Bakhuys en de KNVB is het nooit meer helemaal goed gekomen…
(Foto: ANP – Archief)