Een standbeeld voor Mühren en Thijssen
Ik vergeet nooit dat magische moment waarop ik profvoetballers die ik tot dan toe alleen van de tv, uit de krant en van Panini-plaatjes kende, in levende lijve zag. Het was 8 oktober 1978, Haarlem-FC Twente.
Ik was fan van FC Twente, een club uit de subtop van de Eredivisie. Daar was eigenlijk maar één reden voor: iedereen in het westen van het land (ik kom uit het dorp Kudelstaart) was voor Ajax of Feyenoord – en ik wilde iets anders. Daar ging ik nogal ver in. Op de havo liep ik met een polsbandje van FC Twente, waar ik hartelijk om werd uitgelachen.
Mijn grootste helden waren Epy Drost, Hallvar Thoresen, Arnold Mühren en Frans Thijssen. Mühren was nog geen twee maanden eerder als eerste Nederlandse profvoetballer ooit in dienst getreden van een Engelse club, Ipswich Town. Maar die andere drie liepen op die zondagmiddag in 1978 door de spelerstunnel, vlak bij de plek waar mijn vader en ik op de hoofdtribune zaten, het Haarlem-veld op.
Het waren net gewone mensen. Maar toch ook weer niet.
Hoewel de afstand tussen de tribunes en het veld te verwaarlozen was, was de afstand tussen ons gewone stervelingen en de gladiatoren onoverbrugbaar. Zo leek het.
In het nawoord van mijn boek ‘Het geheim van Ipswich – Hoe Arnold Mühren en Frans Thijssen het Engelse voetbal veranderden’ schrijf ik in mijn nawoord ook over bovenstaand wedstrijdbezoek. Als voetbaljournalist was ik er in latere jaren in geslaagd om de onoverbrugbare stap naar de profvoetballers toch te maken. In de 23 jaar die ik bij Voetbal International werkte interviewde ik bijna 600 (ex-)profvoetballers. Onder hen mijn grote helden van het eerste uur: Arnold Mühren en Frans Thijssen, die een half jaar na Mühren de overstap naar de Engelse club ook had gemaakt. In 2015 besloot ik hun belevenissen bij Ipswich Town op papier te zetten en sprak ik ze vaker dan ooit. Meestal wordt gezegd dat je je helden nooit moet ontmoeten, omdat dat alleen maar kan tegenvallen. Mühren en Thijssen zijn in mijn achting echter alleen maar gestegen, omdat ze zo bescheiden zijn gebleven. Zo puur. Zo echt. Zo bijzonder, maar toch zo gewoon.
En dat terwijl ze in Engeland op een enorm voetstuk staan. Toen ‘Het geheim van Ipswich’ in het Engels was vertaald onder de titel ‘Game Changers’ bezocht ik Portman Road, het stadion van Ipswich Town, samen met de voormalige middenvelders. Rijen dik stonden ze voor de signeertafels, de fervente fans van Ipswich Town. Niet iedereen had meegekregen dat vooral Mühren in de loop der jaren weinig is veranderd. Twee mensen stapten recht op mij af, pakten mijn hand vast en zeiden: ‘It’s an honour to meet you, Arnold!’
Mühren en Thijssen namen voor iedereen tijd, gingen met iedereen op de foto. Ook met de man die opviel door zijn paars gekleurde haar en baard. ‘It’s so good to see you again!’, zei hij tegen de twee. ‘Het is 36 jaar geleden dat jullie bij mij thuis waren, weten jullie dat nog? Wij hebben onze zoon destijds naar jullie vernoemd en daarom kwamen jullie destijds even langs. Hij heet Frans Arnie Markwell.’ Ze wisten het nog.
Zó populair was het duo in Ipswich.
Na de signeersessies liepen we een rondje door Ipswich. Mensen die de twee voormalige helden zagen langslopen, stopten met praten. Ze keken alleen maar, de mond open van verbazing.
Bij Portman Road staan twee standbeelden: één van Alf Ramsey, de Ipswich-manager die overstapte naar de Engelse voetbalbond en het land in 1966 de wereldtitel bezorgde, en één van Bobby Robson. Die laatste haalde Mühren en Thijssen naar Ipswich, een actie die alleen al een standbeeld verdiend.
Ik sluit niet uit dat er ooit een poging gedaan zal worden om een standbeeld te laten vervaardigen van de Dutch Masters van Ipswich.
En als die poging te lang uitblijft, zal ik zelf het initiatief nemen.
Met vriendelijke groet,
Tom van Hulsen
Het boek ‘Het geheim van Ipswich’, in dit verhaal aangehaald door Tom, kun je bestellen via portmanroad.nl of via bol.com. Een absolute aanrader!
2 reacties
Beste Tom, je boek is al monumentaal!
Beste Tom,
Ik heb in de gouden jaren van Fortuna Sittard 1980-1989 (promotie, bekerfinale, europacup) met Frans Thijssen mogen voetballen. Wat een begaafde voetballer was dat en enorm bescheiden man,
Zonde dat men in Nederland geen gebruik maakt van zijn kwaliteiten want bv kappen en draaien kan hij als de beste, ik spreek Frans nog weleens en je hebt gelijk: hij is gewoon zichzelf gebleven.