Antti Markus Sumiala (20 februari 1974) die international was van Finland, beleefde zijn beste periode in Nederland bij N.E.C. Nijmegen.
Sumiala vertrok op 15-jarige leeftijd naar het Belgische RSC Anderlecht. Pas nadat hij in 1993 in zijn geboortestad Pori, met FC Jazz kampioen werd. Maar ook was hij topscorer van de Veikkausliiga, de Finse eredivisie, met 20 goals. Hij keerde wederom terug naar België, bij SC Lokeren. Lokeren was net uit de Eerste Klasse gedegradeerd. Lokeren werd geen kampioen en na één seizoen verhuisde Sumiala naar Ikast.
Zijn beste periode als voetballer beleefde Sumiala bij N.E.C. in Nijmegen. Hij was twee seizoenen op rij clubtopscorer en topscorer in de WK-kwalificatie voor Finland. Daarvoor speelde hij een seizoen bij de eerste divisionist BVO Emmen. De spits was vanwege zijn open en wispelturige karakter geliefd bij de fans. Maar helaas niet altijd bij de coaches. Zo eindigde zijn loopbaan bij FC Twente in ontbinding van zijn nog één jaar doorlopende contract. Dit na onenigheid met de strenge Duitse trainer Hans Meyer.
Toch werd de Fin in zijn eerste seizoen bij Twente clubtopscorer. Ondanks een voetbreuk. Sumiala moest deze titel echter wel delen met John Bosman. In zijn Enschedese tijd bracht Antti als gitarist van de hardrockband Territory een cd uit.
Na Twente begon Sumiala aan een zwerftocht door Europa. Na een korte tussenstop in de Verenigde Staten keerde de oud-international terug naar zijn vaderland. Waar hij als speler/eigenaar probeerde zijn jeugdclub club Porin Palloilijat van de Finse derde divisie, ‘Kakkonen’, naar de Veikkausliiga te krijgen. In 2009 promoveerde zijn club naar de Ykkönen. Een jaar later besloot hij te stoppen met actief te voetballen.
Antti Sumiala kwam in totaal 36 keer uit voor de nationale ploeg van Finland in de periode 1992–2004. Hierin scoorde hij 9 treffers. Antti maakte zijn debuut op 12 februari 1992 in de vriendschappelijke uitwedstrijd tegen Turkije. Uitslag 1-1. Hij moest in dat duel na 70 minuten plaatsmaken voor Jukka Ruhanen.
(Foto: ANP – Paul Stolk)