Adrianus (‘Adrie’) Ambrosius Cornelis van Kraaij (1 augustus 1953) was een elegante verdediger die geen overtreding nodig had. Hij schoot ooit eens dwars door het net van de vijandelijke veste.
Van Kraaij staat als elegante verdediger bekend, die het vooral van zijn techniek en tactisch inzicht moet hebben, hij vermeed daarom bij voorkeur duels. In 1971 gaat Van Kraaij van De Spechten naar PSV en maakte zijn debuut op 25 september 1971. In totaal speelde Van Kraaij elf seizoenen voor de Eindhovenaren. In de competitie speelde Van Kraaij 309 wedstrijden voor PSV, en scoorde hij vijfmaal en hij speelde 48 Europa-Cup-wedstrijden waarin hij drie keer scoorde. Na PSV vervolgde Van Kraaij zijn carrière bij Thor Waterschei, waarna hij nog speelde voor FC Basel en NAC Breda.
Van Kraay speelde van 1975 tot 1979 in totaal 17 interlands voor het Nederlands Elftal. Hij werd met Oranje derde op het EK in ’76 en tweede op het WK van ’78. Onder leiding van bondscoach George Knobel maakte hij zijn debuut op 30 april 1975 in de vriendschappelijke wedstrijd tegen België in Antwerpen, net als Frans Thijssen (FC Twente), Jan Everse (Feyenoord), Peter Arntz (Go Ahead Eagles), Johan Zuidema (FC Twente), Kees Kist (AZ’67) en Bobby Vosmaer (AZ’67). België won het oefenduel in het Bosuilstadion met 1-0 door een doelpunt in de 78ste minuut van Raoul Lambert.
Anno 2008 kwam Van Kraaij in dienst bij PSV als International Scouting, en op 13 mei 2008 kreeg hij uitbreiding van taken door technisch manager te worden. Deze functie nam hij over van Stan Valckx en voerde hij uit tot juni 2010. Van Kraaij’s leven is gekenmerkt door het tragische overlijden van de zoon van Van Kraaij door epilepsie en een hartaanval.
(Foto: Wikipedia)